Mjólk, IJslands voor ‘melk’, is een film waarin melkveehouders centraal staan. Boerin Inga vecht er voor een beter leven voor zichzelf en haar collega’s. Dit voorjaar zou de film normaal gezien ook in Belgische cinemazalen te zien zijn geweest. Daar stak het coronavirus echter een stokje voor. Intussen is hij wel te koop op DVD, of te huren via websites als universciné of uncut.
Het verhaal gaat als volgt. Inga en haar man Reynir hebben een melkveebedrijf in een klein dorpje. Voortdurend manoeuvreren ze financieel langs de rand van de afgrond. Wanneer Reynir plotseling sterft, neemt Inga de touwtjes alleen in handen. Zo krijgt ze een steeds betere kijk op de praktijken van de zuivelcoöperatie, waaraan ze melk levert. In theorie is de macht er in handen van de melkveehouders, maar in de praktijk ligt die bij het management. Aangezien in de regio geen ander bedrijf is waaraan de boeren melk kunnen leveren, heeft de firma een monopolie. Daarvan maakt ze gebruik om allerlei zware verplichtingen op te leggen aan de boeren. Die voelen zich gevangen, maar zien geen uitweg.
Regisseur Hákonarson: “Inga is zo goed als failliet, ze heeft haar man verloren – ze heeft niets te verliezen. Ze kan het niet over haar hart krijgen gewoon op te geven en weg te gaan zonder te proberen iets aan de situatie te veranderen… Ik ken veel koppels zoals Inga en Reynir, die op het platteland wonen. Ze houden van elkaar maar kunnen geen kant op: ze zitten in de schulden, werken 24 uur op 24, 7 dagen op 7, en hebben al heel lang geen vakantie meer gehad.”
Koele Noorden
In de film is slechts hoogst zelden een streepje muziek te horen. De, soms hevige, emoties gaan er niet gepaard met luid lachen, schreeuwen, huilen,… maar toch blijken ze overduidelijk, niet in het minst door het acteertalent van actrice Arndís Egilsdóttir, die de rol van Inga voor haar rekening neemt. Alleen al het soms opduikende verdriet in haar ogen en de verbeten trek om haar mond spreken boekdelen.
De droge stijl van de film is naar het schijnt typisch IJslands. Wie verwacht dat die schadelijk is voor de film, heeft het verkeerd voor. Het voelt aan als een verademing ten opzichte van films waarin alles spectaculair en meeslepend moet zijn. Het draagt er ook toe bij dat de film een erg levensechte indruk maakt. Aan alles zie je dat hier mensen aan het werk zijn geweest die écht met het boerenleven vertrouwd zijn.
Harde feiten
Hákonarson was oorspronkelijk niet van plan een speelfilm te maken. Hij dacht eerder aan een documentaire over Kaupfélag Skagfirðinga (KS): “Dat is de enige resterende coöperatie in ons land. Alle andere gingen failliet in de jaren ’90. Behalve KS. Die slaagde erin om te overleven en bezit intussen zowat alles.”
KS houdt haar leden met ijzeren hand in het gareel. Hákonarson verzamelde getuigenissen bij de melkveehouders. Ze bleken meer dan bereid hun gal te spuwen over de druk die KS hen oplegt. Maar toen Hákonarson hen vroeg hun verhalen te herhalen voor de camera klapten ze dicht. Uit angst. Het zijn de verhalen die hij toen heeft gehoord, die hij uiteindelijk gebruikte als inspiratie voor film Mjólk. Toch stelt hij de topmanager van de coöperatie niet voor als onmens. Als hij eerst aan Inga en later aan de bond van melkveehouders uitlegt wat het gevaar is als de coöperatie uit elkaar valt, klinken zijn argumenten zeker valabel. In zekere zin zijn ze allemaal samen het slachtoffer van één mistoestand: dat de marktprijs voor wat boeren aanbieden, al te vaak onrechtvaardig laag is. Ook in IJsland.
De film is te koop op DVD, of te huren via websites als universciné of uncut.
Bron: naar Koen Vandepopuliere (redacteur Melkveebedrijf)