De gemiddelde melkproductie en levensproductie van de koeien in Vlaanderen is in het boekjaar 2019 – 2020 opnieuw gestegen. Het rollend jaargemiddelde nam toe naar 9.305 kg melk per koe met 4,24% vet en 3,50% eiwit en de koeien die in dit boekjaar werden afgevoerd, produceerden gemiddeld 28.879 kg melk met 4,16% vet en 3,47% eiwit. Dat is 892 kg melk en 73 kg vet en eiwit meer dan in het vorige boekjaar. Het economisch jaarresultaat (EJR) steeg van 2.033 naar 2.074.
Ziedaar de jaarstatistieken van de melkproductieregistratie (MPR) van de Coöperatie CRV. De productiestijging ging niet ten koste van de vruchtbaarheid van de koeien want de tussenkalftijd, daalde opnieuw en kwam uit op 405 dagen. De omvang van de Vlaamse melkveebedrijven die aan MPR deelnemen, nam toe met 5 melkkoeien van 91 naar 96.
Jos Dobbels realiseert hoogste rollend jaargemiddelde
Dit jaar produceerden de 73 koeien van Jos Dobbels uit Kortemark het hoogste rollend jaargemiddelde in Vlaanderen, namelijk 13.851 kg melk met 4,35% vet en 3,35% eiwit. Dit levert een economisch jaarresultaat (EJR) op van 3.039. De nummers twee en drie voor het rollende jaargemiddelde zijn, net als vorig jaar, Patrick Claeys uit Zomergem (EJR 2.898) en Thierry Van Leeuwe uit Adegem (EJR 2.882).
Nieuw: levensproductie van de aanwezige koeien
CRV publiceerde voor het eerst een lijst van 10 bedrijven met de hoogste gemiddelde levensproductie van de aanwezige koeien. Daarvoor wordt een ondergrens van 10 aanwezige koeien aangehouden. In deze lijst staat Thierry Van Leeuwe op de eerste plaats. De 57 aanwezige koeien hebben een gemiddelde leeftijd van 4 jaar en 11 maanden en produceerden tot dusver 37.198 kg melk met 4,19% vet en 3,48% eiwit.
Ook houdt CRV bij op welke bedrijven de koeien de hoogste levensproductie hadden op het moment dat zij werden afgevoerd. Bij lijstaanvoerder Marc Rossaert uit Belsele werden het afgelopen boekjaar 13 koeien afgevoerd die in hun leven gemiddeld 63.815 kg melk hadden geproduceerd met 3,79% vet en 3,42% eiwit.
Productiestijging in alle rassen
Zowel de zwartbonte als de roodbonte Holsteins lieten in het boekjaar 2019-2020 een productiestijging zien. Die lag vooral in het percentage vet. Bij de zwartbonten nam dat toe van 4,11% naar 4,18%, waarbij ook de melkproductie licht steeg.
Bij de roodbonte Holsteins steeg het vetpercentage van 4,36% naar 4,41%. De gemiddelde melkproductie bleef nagenoeg gelijk. Bij beide rassen bleef het eiwitgehalte op niveau. Het aantal Belgisch witroden waarvan de melkproductie via MPR wordt gemeten, was stabiel en ook hun productie steeg licht gedurende dit boekjaar.
Voor meer gegevens over de productieprestaties van de Vlaamse melkkoeien klik Tabellen MPR resultaten Vlaanderen 2020
Bron: naar CRV – 14 oktober 2020