In het Belgisch Staatsblad werd het nieuwe Koninklijk Besluit (KB) over Infectieuze Boviene Rhinotracheïtis (IBR) gepubliceerd, dat in voege treedt op 3 maart 2023. Deze wetgeving legt de nieuwe maatregelen vast die de Belgische rundveesector moeten ondersteunen in de richting van het Europees erkende statuut IBR-vrij voor België. Zo bepaalt het KB een termijn voor het verwijderen van IBR-dragers en een verbod op de handel van I2-runderen. We zetten de belangrijkste krachtlijnen van de nieuwe IBR-wetgeving voor jou op een rij.
België bindt al sinds 2007 de strijd aan tegen IBR. Het bestrijdingsprogramma is gestart als een vrijwillig programma maar werd in 2012 verplicht voor alle rundveehouders. In 2014 verkreeg België voor zijn IBR-bestrijdingsprogramma van de Europese Commissie de artikel-9 status. Dat betekent dat ons land aanvullende garanties rond IBR kon vragen voor runderen die vanuit andere lidstaten of gebieden met een lagere status werden binnengebracht.
Op naar de ziektevrije status
De uiteindelijke doelstelling van het bestrijdingsprogramma is om IBR helemaal uit te roeien. Van zodra ons land de ziektevrije of artikel-10-status bereikt, moet het geen aanvullende garanties meer leveren om dieren binnen de EU te kunnen verhandelen naar andere lidstaten of regio’s die ook een artikel-10 status hebben.
Het nieuwe KB IBR bevat maatregelen om verdere stappen in de richting van de ziektevrije status te kunnen zetten. In de loop van de voorbije jaren nam het aantal vrije beslagen gestaag toe. We zien echter toch nog geregeld beslagen die hervallen, vaak na aankoop van een besmet rund, wat erop wijst dat er nog virus circuleert. Aandacht voor een goede bioveiligheid is hier het codewoord.
De belangrijkste aspecten van het nieuw KB IBR
- De algemene uiterlijke datum voor het verwijderen van IBR-dragers is vastgelegd op 31 oktober 2023. Enkel bedrijven met (recente) insleep en een plan van aanpak in samenspraak met de verenigingen DGZ/ARSIA krijgen een periode van 4 jaar om alle IBR-dragers te verwijderen. De komende weken brengt DGZ elke veehouder die nog IBR-dragers op het bedrijf heeft persoonlijk op de hoogte van de wettelijke termijnen.
- De handel van I2-runderen is verboden, tenzij het gaat om een rechtstreekse afvoer naar het slachthuis of een afmestbeslag/vleeskalverenbedrijf. Voor de handel van runderen van een IBR gE Neg statuut (I3) naar IBR-VRIJ zijn er aanvullende vereisten.
- De statuten “IBR-besmet” (I2), “IBR gE negatief” (I3) en “IBR-VRIJ” (I4) met de voorwaarden voor behalen en behoud van een statuut staan nu volledig in de aangepaste wetgeving, in overeenstemming met de Europese Dierengezondheidswet (‘Animal Health Law’) (zie ook DGZ geeft je dit najaar een nieuw statuut. Op naar een IBR-vrije toekomst! | DGZ)
- Handelaarstallen krijgen op termijn ook een IBR-statuut, waarbij een in de toekomst verbeterde tracering er moet toe leiden dat runderen in de handel niet meer kunnen worden besmet.
- Een duidelijkere definitie van isolatie (“quarantaine”) gekoppeld met enkele aanpassingen in de aankoopprocedure wanneer IBR-dragers worden opgespoord.
- Striktere voorwaarden voor weidebeloop op besmette bedrijven en aanvullende maatregelen bij haarden.
- Aanpassing van de voorwaarden bij de deelname aan prijskampen.
De nieuwe wetgeving voorziet ook vereisten voor de ‘niet-conventionele rundveebedrijven’ (handelstallen, afmestbeslagen en de vleeskalverhouderij). De concrete stappen hiervoor worden in een latere fase geïmplementeerd gezien deze bedrijven volgens het stappenplan de tijd hebben tot april 2026, maar zal grotendeels automatisch verlopen.
Waakzaamheid en bioveiligheid zijn troef
Midden februari 2023 hebben niet minder dan 98,6% van de (conventionele) rundveebeslagen in België reeds het statuut IBR-VRIJ (I4) of IBR gE negatief (I3). Voor deze bedrijven zonder IBR verandert er met het nieuwe KB niet zoveel. Het komt er voor hen vooral op aan om uiterst waakzaam te blijven om insleep te voorkomen, want daar schuilt op dit moment het grootste gevaar. De nieuwe wetgeving staat de vrije bedrijven hierin bij met de nadruk op bioveiligheid.
Voor het beperkte aantal besmette bedrijven (I2-statuut) komt er nu duidelijkheid over de uiterlijke termijn voor de afvoer van IBR-dragers, en de uiterlijke termijnen voor het behalen van het statuut IBR gE negatief en IBR-VRIJ. DGZ communiceert de komende periode gericht naar de betrokken veehouders en hun bedrijfsdierenartsen over welke acties er nog te nemen zijn (screening, weidebeloop, termijnen verwijderen IBR-dragers) zodat duidelijk wordt welke actie verwacht wordt van de resterende besmette bedrijven.
Naar aanleiding van het verschijnen van de nieuwe IBR-wetgeving zal DGZ de rundveehouders en hun dierenartsen de komende weken verder op de hoogte houden van de volgende stappen van het IBR-bestrijdingsprogramma. Hou de nieuwsbrieven en website van DGZ in de gaten.
Bron: Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
Het IBR-bestrijdingsprogramma wordt gecoördineerd door de FOD Volksgezondheid en financieel ondersteund door het sanitair Fonds Runderen. Het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) controleert de naleving van de maatregelen.