Bij ruwvoerspecialist Hendrik Kornet komen melkveehouders steeds vaker met de vraag wat beter is: gras inkuilen met de opraapwagen, of het gras hakselen? Vaak realiseert men zich wel dat hakselen beter is, maar men weet ook dat hakselen het inkuilproces duurder maakt dan gebruik van de opraapwagen. Maar de opraapwagen heeft ook zo zijn nadelen. Bijvoorbeeld bij de opslag in de sleufsilo en het homogeen mengen. Kornet vertelt erover.
Voordelen van gras inkuilen met de opraapwagen
Voordeel van een opraapwagen is dat de melkveehouder deze zelf gemakkelijker aanschaft. Dat kan flexibiliteit geven. Op het moment dat er moet worden ingekuild, kan de melkveehouder dat zelf beslissen en het gras op zijn eigen tempo naar binnen halen.
Qua snijlengte komen opraapwagens steeds dichter bij hakselkwaliteit. Tegenwoordig zijn er opraapwagens die het gras op ± 2,2 centimeter snijden, wat redelijk dicht ligt bij het type gras dat uit een hakselaar komt.
Nadelen van de opraapwagen
Er zijn echter ook nadelen aan een opraapwagen. Een opraapwagen moet het gras in de wagen namelijk omhoog werken, wat weerstand in het gras creëert. Door het omhoog stuwen, gaat het gras (vooral bij lage drogestofpercentages) toch ‘klonteren. Er ontwikkelen zich kleine propjes, die in de sleufsilo terechtkomen. Deze propjes komen later tijdens het voeren als bonken/rolletjes bij het voerhek te liggen.
Een grote valkuil bij gebruik van een opraapwagen is dat er te weinig onderhoud aan de messen wordt besteed. In combinatie met de wel soms 300 PK sterke trekker wordt het gras tussen de messen doorgedrukt in plaats van gesneden en komt er te veel ongesneden gras in de opraapwagen. Dit vind je als ‘bollen garen’ in de sleufsilo terug. Het gaat dan om slierten gras van soms wel 25 à 30 centimeter.
Gevolg van de ongesneden slierten gras is dat er te veel zuurstof achterblijft in de grasbult, wat slecht voor de conservering is. Bij het uitkuilen zie je de grote verschillen in de kuil. Op die plekken waar de ‘bollen garen’ zitten, ontstaat al gauw een temperatuur van de rond 35 graden Celcius. Bij deze temperatuur verbranden eiwitten en suikers. Dit terwijl ± 1,5 meter ernaast, waar je goed gesneden gras op ± drie centimeter vindt, de temperatuur meestal tussen de 18 en 22 graden ligt. En die bewuste graspropjes (wat vaak rolletjes worden) kom je weer tegen in de mengwagen tijdens het voeren. Gevolg: koeien gaan sorteren in het ruwvoer, wat weer tijd afneemt voor de vreeturen van de koe. Dat betekent minder kilo’s in de koe, dus automatisch een lagere melkgift.
Voordelen van gras hakselen
De hakselaar brengt het gras luchtig en homogeen in de silagewagen. Bij het mengen in de mengwagen vind je geen rolletjes terug. De capaciteit van hakselaar op het land is veel hoger, waardoor er meer hectares per uur kunnen worden gedaan.
Het gras van de hakselaar is beter en sneller te verwerken/verdelen voor de shovel of trekker in de sleufsilo. De temperatuur van het gehakselde gras is bij het uitkuilen over het algemeen constant laag, je vindt geen piektemperaturen in de lasagnelagen van de graskuil. En men vindt geen ‘bollen garen’ met hoge temperaturen in de grasbult.
Het gehakselde gras laat zich veel beter mengen in de voermengwagen (homogeen) en mengt ook veel sneller. Dat scheelt tijd en brandstof tijdens het mengen. Maar toch is het grootste voordeel van gehakseld gras dat het niet ‘klontert’ voor het voerhek, maar luchtig en goed homogeen voor het voerhek ligt, zodat de koe het ruwvoer niet meer kan sorteren. Dus meer kilo’s bij de koe naar binnen tijdens de vreeturen bij het voerhek, wat automatisch meer liters melk levert.
Voor ons is het bewezen bij melkveehouders in zowel binnen- als buitenland, dat het gehakseld gras veel beter gemengd ‘homogeen’ voor het voerhek ligt, zodat het bij de meeste melkveehouders wel twee liter per koe per dag extra oplevert.
Nadeel van gras hakselen
Een hakselaar kent ook een paar nadelen, maar die zijn beslist niet onoverkomelijk. Eén daarvan is dat de capaciteit en daardoor de loopsnelheid van het land af erg hoog is. Vooral als men het land aan één blok om het melkveebedrijf heeft liggen en wel met drie silagewagens bij de hakselaar rijdt.
De shovel of de trekker met de verdeler heeft het dan te druk met het goed verdelen in de sleufsilo en geen tijd genoeg om het gras ‘vast’ te rijden, waardoor het minder goed lukt om het zuurstofarm te maken.
Daar is echter wel een oplossing voor. De laatste drie jaar maken veel melkveehouders gebruik van een grote vier tons inkuilwals met schoepen van veertien centimeter hoog die het gras goed vast ‘knijpt’ zodat het gras nagenoeg niet meer terugveert. Bijkomend voordeel is dat de zware inkuilwals continu het gras aan het inrijden is, zodat het gras ‘knetterhard’ wordt vastgereden. Gebruikers ervaren ook dat er dan veel meer product in de sleufsilo past. Dit geldt ook voor mais.
Een nadeel is ook dat er bij hakselen meer personen aan te pas moeten komen. Als melkveehouder moet je je echter goed bedenken: het inkuilmanagement is een momentopname, maar je moet het gehele jaar van het product voeren.
Optimaal inkuilmanagement onmisbaar voor succes
Steeds meer melkveehouders leggen in het inkuilmanagement de focus op goed ‘homogeen’ vers ruwvoer en broeivrij. Dit wordt één van de belangrijkste punten bij de melkveehouder op het erf. De melkveebedrijven die een optimaal rendement onder de bewuste netto streep hebben, doen dat hoofdzakelijk met hun eigen verbouwde ruwvoer. Het inkuilmanagement wordt steeds belangrijker. Men streeft naar vers en homogeen gemengd ruwvoer voor het voerhek.
Een optimaal inkuilmanagement begint bij een juiste ingerichte partij sleufsilo’s, waarbij met de juiste voersnelheid kan worden gevoerd. De melkveehouders die het optimale uit de koe halen, hebben meestal drie sleufsilo’s voor het gras en één sleufsilo voor de mais. Daarbij kunnen de sleufsilo’s beter iets te lang zijn, dan ooit te breed.
De voersnelheid moet minimaal één à anderhalve meter per week zijn. Vooral in de zomer is een juiste voersnelheid verreist in verband met het opwarmen van het ruwvoer. Als de temperatuur van het voer tussen de 35 en 40 graden gaat zitten scheelt dat al gauw twee tot drie liter melk per koe per dag. Bovendien krijgen schadelijke schimmels als Candida of Aspergillus meer kans. De goede gezondheid en de weerstand van de koe ligt vaak in de handen van goed vers ruwvoer.
Wat te doen: gras hakselen of opraapwagen?
Terug naar waar we mee begonnen. Wat is nu beter? Hakselen of inkuilen met de opraapwagen? Het gras hakselen wordt steeds populairder onder de melkveehouders. De melkveehouder verdient investeren in hakselen snel terug doordat het gras luchtig en goed structureel gesneden in de sleufsilo terecht komt. Met continue aanrijden met een inkuilwals van ± vier ton zwaar en een diameter van 120 centimeter met schoepen van veertien centimeter hoog wordt het product goed zuurstofarm gemaakt. Dit leidt tot optimaal compact en stabiel ruwvoer in de ruwvoeropslag.
De vijf tot zeven vreeturen van de koe per etmaal moeten optimaal worden benut. Hoe meer gezonde kilo’s ruwvoer in de koe, hoe groter automatisch de melkgift van de koe wordt.
Deze twee grote voordelen triggeren steeds meer melkveehouder te stoppen met opraapwagens en toch het gras te gaan hakselen.
Een eigen hakseltrein?
Het kan voor grote melkveehouders interessant worden te investeren in een eigen hakseltrein. Bijkomend voordeel is dan dat de eigen mais dan ook gehakseld kan worden. De melkveehouder wil over het algemeen mede door de schaalvergroting minder afhankelijk zijn van diensten van buitenaf. Inkuilmomenten zijn soms kort vanwege de weeromstandigheden. Het is heel wat waard dat die bewuste grote aantallen hectares gras op het juiste moment en in een korte periode zo snel mogelijk in de ruwvoeropslagen terechtkomen. Dit voor een optimaal rendement binnen het melkveebedrijf.
Tekst: Hendrik Kornet, Kornet Beton en Kornet Cover Solutions uit Balk
Beeld: Twan Wiermans, Kornet Beton Balk