’t Stappeshof in Merchtem, het melkveebedrijf van de familie Vanderstappen-De Schrijver, vormde per 18 maart 2019 het decor voor de officiële ondertekening van de oprichtingsakte van de brancheorganisatie MilkBE. Vanwege het Agrofront (BB, ABS en FWA) en de Zuivelindustrie (BCZ) luidt het dat ze op die manier ‘hun huidige samenwerking willen versterken en samen zoeken naar antwoorden op maatschappelijke vraagstukken die relevant zijn voor de sector’.
De landbouworganisaties van het Agrofront en de Belgische zuivelindustrie kennen een lange traditie van interprofessionele samenwerking. Voorbeelden uit het verleden zijn:
- de oprichting van de Comité’s voor de bepaling van de kwaliteit en de samenstelling van de melk, 50 jaar geleden intussen;
- de ontwikkeling van het kwaliteitsborgingssysteem Integrale Kwaliteitszorg Melk (IKM), eind jaren 90;
- de oprichting van de Nationale Interprofessionele Zuivelcommissie (NIZ) in 2006.
- de ‘Gedragscode voor de relaties tussen melkleveraars en kopers van melk’ zoals eind 2009 overeengekomen.
Het meest recente resultaat van de samenwerking tussen de partners van de zuivelketen is de uitrol van de ‘Duurzaamheidsmonitoring’ over geheel België. Hiermee stimuleert de zuivelketen de duurzaamheidsinitiatieven op het vlak van melkproductie, melkophaling en melkverwerking. Door met alle partijen één gezamenlijk systeem uit te werken kon de Duurzaamheidsmonitor in één beweging over de volledige sector uitgerold worden. Alle 7.000 melkleveraars worden geaudit en kunnen hun eigen situatie vergelijken met een benchmark.
Engagement
Met MilkBE engageren de initiatiefnemers zich op 9 vlakken:
- versterking van de interprofessionele samenwerking in een formele juridische structuur;
- samen de ambities van de sector uitdragen en zoeken naar antwoorden op zowel sectorale als maatschappelijke vraagstukken;
- werken aan de verduurzaming van de zuivelketen in België;
- actief op zoek gaan naar samenwerking in de keten die tot meerwaarde en win-win-situaties leidt;
- waar mogelijk en gewenst met één stem spreken;
- het goede imago van de zuivel en diens producten te ondersteunen en bevorderen;
- informatie over de zuivelsector en -markt beschikbaar te stellen;
- samen te werken met partnerorganisaties;
- samen te werken met de diverse overheden en te streven naar een maximaal gelijk speelveld in geheel België.
Broekzak-vestzak
De oprichting van een brancheorganisatie (BO) op zich is geen primeur. In eigen land gingen de vlassector en de rundvleessector de melkveehouderij in deze reeds voor. In de aardappelsector zijn de besprekingen nog lopende.
In het buitenland daarentegen zijn er wel al voorbeelden in de melkveehouderij. Al in 1973 werd in Frankrijk het Centre interprofessionel de l’Economie Laitière (CNIEL) opgericht. In Nederland ging in 2014 ZuivelNL van start.
Zowel de Franse als de Nederlandse organisaties hebben een ruim budget. Voor 2019 kan het CNIEL 39 miljoen euro spenderen; ZuivelNL 20 miljoen euro. Met 300.000 euro gaat MilkBE eerder bescheiden van start. “Dat heeft te maken met een aantal lopende zaken die we overnemen”, verklaarde ondervoorzitter Renaat Debergh. “Het is dan ook nog slechts het prille begin. Niet te vergelijken met het CNIEL. Die organisatie bestaat al sinds 1973. En het budget van ZuivelNL is wellicht slechts tijdelijk zo groot. Dat heeft dan weer te maken met het fosfaatreductieplan dat de Nederlandse organisatie heeft moeten oppakken.”
Eens op kruissnelheid zal het fonds voor MilkBE door de melkveehouders zelf gespijsd worden via een heffing à rato van 8 eurocent per 1.000 liter melk. ABS-voorzitter Hendrik Vandamme haastte zich in dit verband te beklemtonen dat het niet de bedoeling is om kostenverhogend te werken. “De bijdrage die vandaag in het Sanitair Fonds gaat wordt verminderd met de bijdrage die in het fonds beheerd zal worden door MilkBE. Op dit vlak is het dus een broekzak-vestzakoperatie.”
Prioriteiten
Op de korte termijn zal MilkBE alvast twee programma’s waaruit de overheid zich terugtrekt verder zetten. Voorzitter Dirk Van De Keere, melkveehouder in Zeveneken: “Daarbij gaat het over de monitoring van melk op eventuele contaminanten (Monimilk, red.) en om het verzekeren van de waarde van de melk in geval van botulisme op een melkveebedrijf. Zonder MilkBE zouden deze waardevolle programma’s moeten stopgezet worden.”
MilkBE zal ook het lidmaatschap en de werking van het Belgische Comité van de wereldzuivelbond IDF waarnemen. Daarnaast zullen de vier informele overlegorganen – de werkgroep IKM, NIZ, het overleg Duurzaamheid en het overleg ‘relaties tussen producenten en zuivelindustrie – in MilkBE geïntegreerd worden.
De raad van bestuur telt 10 leden: 5 vertegenwoordigers van het Agrofront en 5 vanwege BCZ. Hoewel de organisatie nationaal zal opereren, wordt de erkenningsaanvraag bij de Vlaamse overheid neergelegd. Het secretariaat is dan ook in Vlaanderen gelegen. Het wordt op het BCZ-kantoor gevestigd: Kol. Begaultlaan 1A Bus 11 te 3012 Leuven.