‘Optimaliseren.’ Met één woord vat John Arkink uit het Twentse Weerselo de strategie samen voor het melkveebedrijf dat hij runt samen met zijn vader Johan en moeder Evelien. ‘In 2010 zijn we voor natuurontwikkeling verhuisd naar een nieuwe locatie. Daar bouwden we een stal met twee melkrobots. Sindsdien is de veestapel geleidelijk gegroeid naar de huidige omvang van 130 melk- en kalfkoeien en 70 stuks jongvee.’
Data helpen optimaliseren
‘Groeien is voor ons op dit moment niet interessant’, legt de jonge melkveehouder uit. ‘Maar ik zie nog genoeg mogelijkheden om verder te optimaliseren.’ Data spelen in het optimaliseren van de bedrijfsvoering een belangrijke rol. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om data uit de melkrobots. Maar de veehouder maakt ook gebruik van informatie over het verloop van de lichaamsconditie van de koeien. Deze gegevens worden verzameld door BCS-camera’s die een opname maken van iedere koe bij een bezoek aan een van de twee robots.
Verder dan waan van de dag
Data uit de melkrobots en BCS-camera’s zijn heel belangrijk voor het dagelijks management. Maar gegevens uit de mpr wil Arkink daarnaast niet missen. ‘Als je alleen naar de korte termijn en individuele koeien kijkt, leef je bij de waan van de dag. Met de mpr houden we ook zicht op het grote geheel en de langere termijn’, legt de veehouder uit. ‘Nu voeren we de mpr nog om de zes weken uit, maar we overwegen om over te stappen op de vierweekse controle om nog wat vaker een overzicht te krijgen ’, vertelt hij. ‘De mpr-uitslag geeft ons per koe inzicht in de percentages vet en eiwit, ureum, ketose en celgetal. Zo wordt duidelijk waar we staan. We stellen onszelf steeds nieuwe doelen. De overzichten uit de mpr laten zien of we onze doelstellingen halen.’