Het niveau van de melkleveringen is in de eerste twee weken van maart 2014 duidelijk verder gedaald: van een plus 6,8 procent in februari 2014 naar een plus 4,3 procent in de eerste helft van maart 2014. Er is dus sprake van een duidelijke afremming. Die is momenteel evenwel nog niet voldoende groot om superheffing te voorkomen. De verwachte overschrijding halveert tegenover de laatste voorspelling. Dat blijkt uit de speciale enquête die de Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie (BCZ) organiseert onder haar leden.
Gaan de melkleveringen door aan het huidige ritme, dan zal het quotum toch overschreden worden. De verwachte overschrijding wordt tot ongeveer de helft herleid van de voorspelling op basis van de leveringen van februari. Toen bedroeg de verwachte overschrijding bij voortzetting van het toenmalige leveringsritme ongeveer 9 miljoen liter of 0,3 procent. Dit betekent dat er nog een aanzienlijke extra inspanning moet gebeuren wil men superheffing vermijden.
Op basis van de leveringsgegevens van februari kon gesteld worden dat de plus in maart tot 3,5 procent moest terugvallen om superheffing te voorkomen. Met de huidige plus van 4,3 procent is dit onvoldoende. De plus in de resterende dagen moet eigenlijk tot 2 procent terugvallen om superheffing te vermijden. Dit vergt nog een sterkere en aangehouden inspanning.
BCZ benadrukt dat dit voorlopige cijfers zijn en kan geen verantwoordelijkheid opnemen met betrekking tot de definitieve eindcijfers. Alleen de overheid beschikt over al de elementen om de exacte eindafrekening op te maken. “We komen heel dicht in de buurt van normale foutenmarges om een zinnige uitspraak over superheffing te kunnen maken “, aldus Renaat Debergh, afgevaardigd bestuurder van BCZ. “Als er voldoende extra geremd wordt, is superheffing vermijden nog mogelijk en kan het een dubbeltje op zijn kant worden: net erover of net eronder, een klein verschil in cijfers, maar een wereld van verschil voor de sector.”