Een perfecte uiergezondheid, betere weerstand en een hoge kwalitatieve en kwantitatieve melkproductie. Dat zijn de resultaten voor de Belgische melkveehouder Johan Vandeputte na een jaar speenbehandelingen uit te voeren met Io-Shield D en Oxy-Foam D. De Vlaming is zeer tevreden met de werking van beide producten: “Als het met de koeien goed gaat, dan gaat het met de veehouder ook goed”, aldus Vandeputte.
Dagelijkse problematiek
In augustus 2015 besloot Vandeputte om veearts Jeroen Vermijlen in te schakelen. In de stal had Vandeputte voortdurend te maken met klachten over de uiergezondheid: “Ik stond elke avond nog tot de late uurtjes tussen de koeien. Op zoek naar de oorzaak, op zoek naar een oplossing.” De problemen waren het grootst bij koeien die net uit de droogstand kwamen, maar ook de rest vertoonde klachten variërend van mastitis tot hyperkeratose in de speentop. Vermijlen voerde een natte meting van de melkinstallatie uit en adviseerde om met een pre-dip te gaan werken. Daarnaast vervroegde hij de melkafname en werden afwijkingen in de data aangepakt. Zo las Vermijlen uit de data van de “parlor-check” dat te veel speenpunten hyperkeratose vertoonden. De zogenaamde “blinde melktijd” bedroeg meer dan 2 minuten: “En dat terwijl een volle minuut meer dan voldoende zou moeten zijn”, aldus Vermijlen. De veearts stelde vast dat het hygiëneniveau op peil was: “Daar lag het zeker niet aan.”
Stevige barrière zonder nadruppelen
Vandeputte volgde het advies van zijn veearts op en begon met het gebruiken van Io-Shield D en Oxy-Foam D. “De combinatie van een barrièredip en een voor-schuimmiddel werkt perfect. De uiergezondheid verbeterde direct. Sindsdien hebben de koeien veel minder last gehad van gezondheidsklachten, zoals mastitis. De barrière is goed zichtbaar en heeft een korte droogtijd, de barrière is snel gevormd en er druppelt geen product na. De koe zit duidelijk beter in haar vel, vertoont geen afwijkende gedragingen en de melkproductie is gestegen tot ruim boven de 9000 liter. Komende jaren willen we dat nog verbeteren, richting de 11.000 liter.”
Veel minder tijd kwijt aan het oplossen van problemen in de stal
Vandeputte wil niet zover gaan dat al deze verbeteringen het rechtstreekse resultaat zijn van de inzet van dipmiddelen, maar ziet wel degelijk verbanden: “Sinds we hiermee dit voorjaar zijn begonnen, ben ik veel minder tijd kwijt aan het oplossen van problemen in de stal. Uiteraard ben ik elke dag wel een kwartiertje extra bezig om de producten aan te brengen, maar die tijd win ik gemakkelijk terug omdat alle koeien er veel beter en rustiger bijstaan. Doordat ik minder lang in de stal hoef te zijn, liggen de arbeidskosten lager en heb ik meer tijd voor mijn gezin.”
Optimalisatie melkveebedrijf
Vermijlen ziet nog mogelijkheden om de productiviteit op het melkveebedrijf in het Belgische Vlamertinge te verbeteren: “Qua ventilatie valt er nog wel iets te optimaliseren op dit bedrijf, ook het tankcelgetal kan nog iets naar beneden, maar in gezamenlijk overleg met de melkveehouder is besloten eerst dit probleem aan te pakken en vervolgens te kijken naar een verdere optimalisatie.”
Toekomstbestendig, maar continu werkpunt
Vandeputte is het daar volledig mee eens: “Stapje voor stapje naar een beter resultaat. Het is een proces voor de lange termijn. Dat begint bij een goede gezondheid binnen de gehele koppel. We zijn het afgelopen jaar uitgebreid van ruim tachtig naar meer dan honderd koeien en dat is dan nog exclusief het jongvee. Die groei was niet mogelijk als we geen product hadden gevonden om de omgevingsgebonden bacterie te lijf te gaan met een effectief barrièreproduct en schuimbehandelingen voor de spenen. Dankzij het verdwijnen van de problemen hebben wij ons werkplezier hervonden en zijn ook onze zonen, als bedrijfsopvolgers, weer meer gemotiveerd om het bedrijf voort te zetten. Wij zijn zeer tevreden met de uitwerking, maar beseffen dat het een continu werkpunt zal blijven ook in de komende jaren.”
Deze tekst valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.