Jo Brouns, Vlaams minister van Omgeving en Landbouw is positief over een aantal zaken uit het recent verschenen Mestrapport 2024 van de Vlaamse Land Maatschappij. Zo wijzen de meest recente meetresultaten van de waterkwaliteit in landbouwgebied op een verbetering ten opzichte van het voorgaande jaar. Maar volgens de minister blijft er werk aan de winkel.
Mestrapport 2024
Met het jaarlijkse Mestrapport wil de Vlaamse Land Maatschappij (VLM) inzicht geven in de evolutie van de mestproductie, het mestgebruik en de impact ervan op de waterkwaliteit in Vlaanderen. Het rapport vormt een belangrijke basis voor beleidsmakers, landbouwers en andere betrokken actoren bij het beoordelen van de effectiviteit van de mestwetgeving en het Mestactieplan (MAP).
Verbetering waterkwaliteit stemt tot optimisme
Het aantal overschrijdingen van de norm van 50 milligram nitraat in oppervlaktewater lag in het winterjaar 2023-2024 op 17,5 procent. Dit is fors minder dan de 25 procent van het jaar ervoor. Het beste resultaat sinds het begin van de metingen, zo wordt gesteld in het rapport. De gemiddelde nitraatconcentratie in het ondiepe grondwater onder landbouwgebied is in 2023 gedaald naar 36 milligram per liter, terwijl dit in het najaar van 2022 nog veertig milligram per liter was.
Bovenstaande resultaten stemmen tot optimisme, maar we mogen niet vergeten dat de natte weersomstandigheden van de afgelopen jaren een groot effect hebben op de meest recente meetresultaten. Volgens de schrijvers van het Mestrapport blijft het essentieel dat landbouwers hun bemesting, bodembeheer en teeltkeuze zo oordeelkundig en klimaatrobuust mogelijk uitvoeren om nutriëntenverlies te voorkomen.
Druk van de dierlijke mestproductie daalt
De daling van het aantal varkens in Vlaanderen tot 5,05 in 2023 leidde tot een daling van de dierlijke mestproductie tot 122,5 miljoen kilogram stikstof. Dit is twee procent minder dan in 2022.
Druk van teelt nitraatgevoelige gewassen blijft stabiel
Op zo’n veertig procent van het Vlaamse landbouwareaal wordt een nitraatgevoelige teelt verbouwd. Dit is in 2023 stabiel gebleven. Nitraatgevoelige teelten zijn teelten die gevoeliger zijn aan uitspoeling van nitraten. Voorbeelden zijn mais, aardappelen en groenten. In gebieden met een slechtere waterkwaliteit komen meer nitraatgevoelige teelten voor dan in gebieden met een goede tot matige waterkwaliteit.
Duidelijke afname van het gebruik van dierlijke mest
In 2023 was voor het eerst een afname te zien van het gebruik van dierlijke mest op landbouwgrond: van 92 miljoen kilogram stikstof naar 85,7 miljoen kilogram stikstof. Van deze bijna zeven miljoen kilogram daling kwam 3,6 miljoen voort uit varkensmest. Dit door afname van het aantal varkens en toename van mestverwerking.
Ook het gebruik van rundermest daalde, met 2,6 miljoen kilogram stikstof. Dit is voornamelijk een gevolg van het wegvallen van de bijkomende mestgebruiksruimte door derogatie in 2023, waardoor er meer rundermest verwerkt werd of in opslag ging. Ook de natte weersomstandigheden in 2023 zullen ertoe geleid hebben dat er minder mest werd uitgereden en meer in de opslag ging.
Gebruik kunstmest terug op hetzelfde niveau van voor 2022
In tegenstelling tot de dierlijke mest, kende het gebruik van kunstmest een toename in 2023. Nadat de hoge kunstmestprijzen in 2022 een duidelijke afname van het kunstmestgebruik veroorzaakten, is het kunstmestgebruik in 2023 terug gestegen tot bijna 51 miljoen kilogram stikstof. Dat is vergelijkbaar met het gebruik van kunstmest in de periode 2019-2021.
‘Landbouw dé circulaire sector’
In zijn voorwoord in het Mestrapport noemt minister Brouns de landbouw als ‘van oudsher dé circulaire sector’. De minister vertelt zicht de komende jaren dan ook te willen inzetten om landbouwers de instrumenten te geven die ze nodig hebben om hun kringlopen te sluiten.
Op Europees niveau zal minister Brouns een kader bepleiten voor innovatieve technieken zoals RENURE, terwijl hij tegelijkertijd de derogatie blijft verdedigen. ‘In ons landbouwbeleid leggen we de nadruk op meer eiwitautonomie in Vlaanderen. We moeten het strategisch belang van de land- en tuinbouw in onze voedselvoorziening beschermen en daarbij zorg dragen voor onze leefomgeving.’
Tekst: Gerben Hofman
Beeld: Martin de Vries