Afgelopen maand vierde de ‘vzw De Mestverwerkers’ haar 10-jarig bestaan. Opgericht als een ‘vereniging van doeners’ – dixit hun voorzitter Luc Vansteelant – gingen de mestverwerkers ook nu geen uitdaging uit de weg. Getuige, het onderwerp van het debat: ‘Kunnen we nog 10 jaar op dezelfde manier verder doen?’
Decor van de viering was het kasteel Coninxdonck in Gentbrugge (Oost-Vlaanderen). Vormden het panel: Sibylle Verplaetse (kabinet minister Schauvliege), Ria Gielis (VLM – De Mestbank), Kristof Bol (DLV), Karl Maes (Mestverwerking Piet & Karl Maes), Yves Seurynck (Mestverwerking Voeders Seurynck) en Jeroen Debruyne (TREVI).
Tijdens het debat werden de aanwezigen op minstens drie primeurs vanwege de overheid getrakteerd. Van hun kant pakten de mestverwerkers uit met een idee dat hen mogelijks van hun eindejaarspiek kan verlossen. Het is nu uitkijken of dit alles haalbaar is en zich ook zal vertalen in een aanpassing van de mestwetgeving.
Pilootproject bedrijfsforfaits
Mest kan door landbouwers op basis van forfaitaire waarden op de grond gebracht worden. Voor mestverwerking zijn er daartegen mestanalyses verplicht die slechts 3 maanden geldig zijn. “Voor mestverwerkers is er dus duidelijk meer controle dan voor de landbouwers”, stelde mestverwerker Karl Maes.
Ria Gielis (VLM-Mestbank) beaamde de probleemstelling. Er wordt een oplossing gezocht. De Mestbank onderzoekt op basis van een pilootproject ‘bedrijfsforfaits’ bij vrijwilligers of het mogelijk is om te werken met ‘bedrijfsspecifieke mestsamenstellingen’.
“Er ligt momenteel inderdaad een voorstel op de tafel van het kabinet Schauvliege en als alle politieke procedures doorlopen worden, kan het zijn dat de mestwetgeving m.b.t. mestsamenstelling effectief verandert vanaf 1 januari 2018”, bevestigde Sibylle Verplaetse.
Desgevallend zou iedere landbouwer kunnen kiezen (bij het eerste mesttransport of ten laatste voor 15 februari) om te werken op basis van analyses (3 maanden geldig) of op basis van de forfaits. De landbouwer is dan wel verplicht bij zijn keuze te blijven voor dat jaar. De keuze moet ieder jaar opnieuw gemaakt worden. Zowel de mest voor het uitrijden alsook de samenstelling van de stocks worden dan op die manier bepaald. Bij keuze voor forfaitaire waarden vervalt de analyseplicht naar de mestverwerking toe. Terwijl bij de keuze voor analyses de resultaten 3 maanden gelden voor alles; dus niet langer alleen voor de mestverwerking.
Aansluitend maakte Ria Gielis ook bekend dat de forfaitaire mestsamenstellingen voor varkensmest – alweer onder voorbehoud van politieke goedkeuring – ook aangepast zouden worden naar wat ze ‘meer realistische waarden’ noemde.
Voor het volledige verslag van de feestviering en het debat klik onderstaande link:
Vlaams succcesverhaal mestverwerking wacht nieuwe uitdagingen.
Bron: Franky De Letter – vakblad Varkensbedrijf editie juli 2017