Kreupelheid bij runderen kan het gevolg zijn van zowel infectieuze als niet-infectieuze klauwaandoeningen. Bij infectieuze klauwaandoeningen gaat het meestal om problemen met de klauwhuid en/of de onderliggende weefsels die geïnfecteerd raken door bacteriën en niet met de klauw zelf. De bekendste en meest voorkomende besmettelijke klauw(huid)aandoeningen zijn de ziekte van Mortellaro (Italiaanse stinkpoot), stinkpoot en tussenklauwontsteking (de zogenaamde vijt- of polderpoot in sommige streken ook ‘het moervet’ genoemd).
Deze aandoeningen worden via de omgeving doorgegeven en zijn heel besmettelijk. Regelmatig de koeien door een klauwbad laten lopen kan helpen om de infectiedruk laag te houden. Maar hoeveel keer is ‘regelmatig’ en vooral welke middelen werken naar behoren? Het Clawcare project geeft hierop een antwoord. Het nut en de effectiviteit van een klauwbad is afhankelijk van verschillende factoren. Vast staat dat de basis voor gezonde klauwen een algemene goede stalhygiëne is zodat de klauwen zo droog en proper mogelijk blijven. Bijkomend heeft ons hoogproductief melkvee nood aan preventieve klauwverzorging en dit op regelmatige basis. Minimaal twee maal per jaar preventief pedicuren is een absolute noodzaak om ernstige klauwaandoeningen te voorkomen. Dieren die visueel niet als kreupel gezien worden (en dus niet in de box geplaatst worden voor klauwverzorging) krijgen tijdens deze routine klauwverzorgingsbeurten toch een inspectie van de klauwen. Eventueel aanwezige letsels kunnen dan ook in een vroegtijdig stadium aangepakt worden.
De factoren die een rol spelen bij de effectiviteit van een klauwbad worden hieronder besproken.
Design van het klauwbad
Nigel Cook en collega’s onderzochten in 2012 hoe het ideale klauwbad er moest uitzien. Hun onderzoek is gebaseerd op gedragsobservaties. Met andere woorden: zij observeerden onder welke omstandigheden de koeien het makkelijkst door het klauwbad gingen. Er zijn verschillende mogelijkheden bij het ontwerp van klauwbaden, maar volgende algemene regels moeten in acht genomen worden:
Lengte
Een degelijk klauwbad moet minstens 3 tot 3,5 meter lang zijn zodat de dieren elke poot minimaal 2 keer in het bad moeten zetten.
Breedte
De minimale klauwbadbreedte is vijftig tot zestig centimeter breed, tenzij het klauwbad uitgerust is met schuine zijwanden. Dan kan de breedte ter hoogte van het bad beperkt worden tot vijftig centimeter. Zorg er voor dat de breedte van het bad aangepast is aan de breedte van het gangpad waarin het geplaatst wordt zodat de dieren het bad niet kunnen ontwijken langs de zijkanten.
Bodem
Voor een vlotte passage is het belangrijk om er voor te zorgen dat de bodem van het bad voldoende grip biedt zonder dat het de dieren hindert. Kies dus niet voor grove ribbels. De dieren kunnen de bodem van het bad niet zien. Het is dus belangrijk dat de bodem van het klauwbad op gelijke hoogte ligt als de omgevende (rooster)vloer zodat de koeien niet onverwachts lager moeten stappen. Diepe oneffenheden zorgen voor een onberekenbare ondergrond wat de dieren kan afschrikken. Ribbels op de bodem van een bad gaf aanleiding tot meer aarzelen en belemmert dus een vlotte passage. Uit onderzoek waar gekeken werd naar het aarzelen van koeien bij het betreden van het bad, blijkt dat koeien de voorkeur geven aan een niet gladde, profielvrije beton- of cementvloer. Kies ook voor een bad waarbij er zo weinig mogelijk geluid wordt gemaakt als de koeien erin stappen.
Vloeistofniveau
Het vloeistofniveau dient minimaal twaalf centimeter te zijn zodat ook de overgang huid-hoorn ter hoogte van de balstreek mee ontsmet wordt. Ideaal bedraagt de vloeistofhoogte vijftien centimeter, of in koeientaal: het vloeistofniveau moet tot aan de bijklauwen komen. Het bad zelf is best 25 tot dertig centimeter hoog om enerzijds vermorsing tot een minimum te beperken en anderzijds een vlotte instap te behouden. Houd er rekening mee dat er ook voor de laatste koe die door het bad gaat, nog voldoende vloeistof, dus minimum twaalf centimeter, in het bad dient te zitten.
Comfort voor de melkveehouder
Let bij de aankoop van een klauwbad ook op werkgemak, zoals bij het plaatsen en ledigen van het bad. Voorzie een watertoevoer nabij het klauwbad en probeer de producten voor in het bad zo kortbij mogelijk te bewaren. Andere belangrijke aandachtspunten bij de keuze voor een bepaald klauwbad zijn: kan het bad blijven liggen of moet het telkens weggehaald worden? Kan dit vlot gebeuren? Hoeveel weegt het bad? Maar ook het ledigen van het bad moet makkelijk kunnen verlopen. Heeft het bad een afvoergat met afsluitdop in de bodem of dient het volledig gekanteld te worden om het te ledigen en schoon te maken? Een gevuld bad weegt al snel een paar honderd kilogrammen, dus kantelen is niet altijd zo eenvoudig. Tegenwoordig zijn er ook al verschillende automatische klauwbaden op de markt die automatisch kunnen worden geledigd, gevuld en gekanteld om het buiten gebruik ergens te stallen.
Positionering in de stal
Vlot koeverkeer doorheen het klauwbad bepaalt in grote mate het gebruiksgemak. De keuze waar je het klauwbad opstelt, is dus niet te onderschatten en hangt vaak ook af van het melksysteem dat gebruikt wordt. Bij een traditioneel melksysteem wordt het klauwbad vaak in de buurt van de melkstal geplaatst. Dit is bij voorkeur bij de uitgang van de melkstal, om als veehouder zelf niet constant in de vrijkomende dampen te moeten staan en om de toestroom van de dieren naar de melkstal niet te hinderen. Om eenzelfde reden is het dan ook niet aangeraden om het klauwbad kort na de melkstal te plaatsen. Zorg ook steeds voor een goede ventilatie rondom het klauwbad. Een andere optie is om de ganse groep koeien in één keer doorheen het klauwbad te doen stappen. Hierbij kan je opteren om het klauwbad net buiten de stal te positioneren en de koeien via het nodige hekwerk erdoorheen te begeleiden of om een doorsteek aan de gevel van de stal tijdelijk te kunnen vernauwen en zo de koeien erdoorheen te begeleiden. Als het klauwbad op een locatie staat waar de koeien dagelijks moeten passeren, dan moet het klauwbad opklapbaar of weg te nemen zijn zodat ze niet doorheen een ‘mestbad’ moeten stappen als het klauwbad niet in gebruik is wat de infectiedruk sterk zou doen toenemen. Bij een melkrobot wordt het klauwbad regelmatig gepositioneerd een eindje na het verlaten van de robot in de terugloopgang. Andere opties zijn het gebruik van een spraysysteem in de melkrobot of een mat gevuld met vloeistof.
Verversen
Om te bepalen hoeveel product er in het klauwbad moet en hoe vaak er ververst moet worden, geldt volgende vuistregel: voor elke liter inhoud mag er een koe passeren. Een bad van 250 liter is dus goed voor ongeveer 250 koepassages. Gezond boerenverstand primeert echter: is het bad visueel vuil dan dient dit vervangen te worden.
Product en concentratie
De producten die gebruikt worden in klauwbaden moeten voldoen aan de Europese biocidenrichtlijnen. Gebruikers van biociden moeten zich online registreren. Enkel biociden die toegelaten zijn door de federale overheid mogen op de Belgische markt gekocht en gebruikt worden. Twijfel? De lijst met toegelaten biociden en bijhorende info vind je op www.biocide.be. Producten die toegelaten zijn voor gebruik in het klauwbad vallen onder PT3: dierhygïene. Deze lijst wordt regelmatig geüpdatet. Duidelijk is alvast dat Kopersulfaat en antibiotica niet toegelaten zijn!
Daarnaast is het gebruik van een biocide strikt beperkt tot wat vermeld staat in de toelichtings- of registratieakte en op het etiket van het biocide. Staat het product dus niet geregistreerd voor toepassing in een klauwbad, dan is dit niet toegestaan.
Na de keuze van het product, is het belangrijk dit correct te gebruiken volgens de voorschriften op de verpakking of het etiket. Verhoog nooit de concentratie of de aanbevolen gebruiksfrequentie! Een te hoge dosis of te vaak baden kan irriterend zijn voor de huid, wat aandoeningen in de hand kan werken, en de genezing van bestaande letsels kan verhinderen of vertragen.
U hoeft niet altijd speciale klauwbadproducten te gebruiken. Bij regelmatig (drie tot vier keer per week) preventief gebruik van het klauwbad is het vaak voldoende om zeep (zes tot acht procent) of zout (vijf tot tien procent) toe te voegen aan het water. Hiermee wordt de klauwhuid gereinigd wat ook een positieve invloed heeft op de klauwgezondheid.
Het Clawcare-project testte de werking van verschillende actieve stoffen uit klauwbadmiddelen op hun effectieve werking tegen Treponema’s. Dit zijn de bacteriën die de ziekte van Mortellaro veroorzaken. In een volgend artikel bespreken we de resultaten van deze suspensietesten.
Frequentie
Hoe vaak je een klauwbad moet zetten, is afhankelijk van verschillende factoren zoals de klauwgezondheidstoestand van de kudde, de algemene stal- en klauwhygiëne en het gebruikte product. Hoe hoger de infectiedruk en hoe vuiler de poten van de dieren, hoe meer kans dat infectieuze aandoeningen zoals de ziekte van Mortellaro de kop opsteken en voor problemen zullen zorgen en dus hoe frequenter het klauwbad zal moeten gezet worden om goede resultaten te bekomen. Goede resultaten kunnen trouwens enkel bekomen worden wanneer er gezorgd wordt voor een goede algemene stalhygiëne en ventilatie waarbij de vloer frequent wordt schoongemaakt en de ligbedden droog en proper worden gehouden. Een klauwbad is niet bedoeld om ernstige Mortellaroletsels te genezen. Deze dieren moeten eerst behandeld worden in de klauwverzorgingsbox onder verband. Bovendien zijn sommige producten irriterend en kunnen ze zelfs de genezing tegengaan, zeker als de concentratie niet gerespecteerd wordt.
Is de algemene hygiëne goed, dan stem je de frequentie best af op de infectiedruk op je bedrijf. Daarnaast hangt de frequentie van het klauwbad ook af van de aanwezigheid van de ziekte van Mortellaro op het bedrijf. Hoofddoel van het klauwbad is om de ziekte van Mortellaro onder controle te krijgen. Je kan er immers van uitgaan dat wanneer de ziekte van Mortellaro onder controle is, je ook de andere infectieuze klauwaandoeningen onder controle hebt.
Volgens de Universiteit van Wisconsin bedoeldt men met ‘onder controle’: minder dan tien procent Mortellaro-letsels (ongeacht het stadium: M1/M2/M3/M4/M4.1) en minder dan één procent actieve letsels (M2).
Een goed basisprotocol voor het klauwbad is beginnen met vier melkbeurten per week . Dit betekent twee dagen twee keer per dag of vier dagen één keer per dag. In functie van daaropvolgende waarnemingen in de melkput (uitvoeren van de M-score) of op basis van bevindingen tijdens de klauwverzorging, kan de frequentie op- of afgebouwd worden. Hier zijn echter twee belangrijke voorwaarden aan verbonden:
- in staat zijn om tijdens het melken correct de M-score te kunnen uitvoeren in de melkput (hele kudde wordt dan gescreend);
- correct de M-stadia registreren tijdens het klauwverzorgen.
Wat doen bij welke infectiedruk?
Infectiedruk | Praktisch | Frequentie klauwbad |
Zeer hoog | Meer dan dertig procent van de dieren hebben pijnlijke Mortellaro- en/of stinkpootletsels | bepaalde periode stalpedicure, actieve letsels topicaal behandelen onder verband. Na verwijderen van verbanden, opvolgen met strict klauwbadprotocol zes tot acht melkbeurten/week gedurende twee maanden. |
Hoog | Meer dan twintig procent van de dieren hebben pijnlijke Mortellaro- of stinkpootletsels | Stalpedicure, actieve letsels topicaal behandelen verband of enkel dieren met M-score letsels. Na verwijderen van verbanden, opvolgen met strict klauwbadprotocol zes tot acht melkbeurten/week gedurende twee maanden. |
Laag | Minder dan tien procent van de dieren hebben pijnlijke Mortellaro- of stinkpootletsels | Dieren met letsel behandelen met klauwverband en onderhoudsprotocol vier melkbeurten/week |
Een klauwbad werkt vooral preventief en niet curatief. Daarom is het belangrijk om ook als het beter gaat met de klauwgezondheid van uw dieren het bad regelmatig te (blijven) zetten.
Doelgroep
Naast de lacterende dieren, is het ook aangeraden om de droge koeien en drachtige vaarzen (kort) voor het afkalven door een klauwbad te laten gaan. Aangezien dit niet altijd praktisch haalbaar is , vanwege bijvoorbeeld verschillende stallen, plaats klauwbad, etc, kan een alternatief het gebruiken van de rugsproeier zijn. Men kan de dieren hiervoor best vastzetten in het voederhek. Dit dient minstens 1 keer per week te gebeuren. Dieren die kreupel staan worden zo snel mogelijk in de klauwverzorgingsbox gezet en behandeld met een topicaal product en een klauwverband.
Alternatieven voor klauwbaden
Alternatieven voor klauwbaden zijn klauwspoelers, automatische sprays (in de robot) of klauwmatten. Al deze nieuwe alternatieven werken als ze, zoals ook geldt voor het klauwbad zelf trouens, voldoende en consequent ingezet worden.
Het gebruik van automatische sprays en klauwmatten in of bij het verlaten van de robot bijvoorbeeld. Men kan ervan uitgaan dat een koe gemiddeld 6 keer per dag over mat of voor de spray komt met haar klauwen aangezien ze 3 keer gemolken wordt en bijna even vaak geweigerd wordt. Een regelmatige ontsmetting van de huid in de tussenklauwspleet zorgt ervoor dat de bacteriën en de mest minder gemakkelijk aan de klauwen blijven plakken. Zo worden infectieuze klauwaandoeningen voorkomen en blijven onze koeien langer lopen (en veel melk produceren natuurlijk).
Besluit
Het belangrijkste aspect voor een geslaagd klauwbadprotocol is discipline! Wees consequent in het zetten en verversen van het klauwbad, Zorg ervoor dat het opstellen, ledigen en schoonmaken van het klauwbad gemakkelijk en vlot kan, volg de klauwgezondheid op en pas de frequentie en het gekozen product hieraan aan. En vergeet niet dat een goede stalhygiëne, naast het behandelen van aangetaste dieren in de klauwverzorgingsbox, het allerbelangrijkste blijft. Je mag nog zo gedisciplineerd zijn in het zetten van het klauwbad, als de koeien daarna onmiddellijk weer hun poten in de mest moeten zetten heeft het weinig zin.
Het ClawCareproject is een initiatief van de Universiteit van Gent in samenwerking met ILVO, Hogeschool Gent, Inagro en Hooibeekhoeve en is mogelijk dankzij financiering vanuit het Agentschap Innoveren en Ondernemen.
Bron: ClawCare