Liba heeft de resultaten van de bedrijfseconomische boekhouding van 2018 deels verwerkt. De resultaten en tendensen van de gemiddelden zijn geanalyseerd.
Het gemiddelde Liba-melkveebedrijf produceerde over 2018 1,8 miljoen liter melk en is dus fors groter dan het Vlaams gemiddelde. Het gemiddelde bedrijf groeit over 2018 110.000 liter FPCM (melk bij 4% vet en 3,3% eiwit) of 7 procent. In 2015, 2016 en 2017 bedroeg deze groei gemiddeld 12 procent per jaar. De afgelopen 10 jaar bedroeg de gemiddelde groei per jaar 8 procent.
Jaarlijks 200 l FPCM meer
De stallen staan nu gemiddeld voor 104 procent vol, terwijl de bezettingsgraad in 2015 nog slechts 89 procent bedroeg. Daarnaast is er over de laatste drie jaar een stijging in de productie per koe van 600 liter FPCM. Dit is een stijging van 200 liter FPCM per jaar, terwijl dit ten tijde van de melkquotumreglementering gemiddeld 100 liter FPCM per koe per jaar bedroeg.
Hard en veel werk
De productie stijgt boven de 25.000 liter FPCM per ha. Het gemiddelde opbrengstpotentiaal voor Vlaamse landbouwgrond varieert van 20.000 tot 22.000 liter FPCM. Dit betekent dat het gemiddelde bedrijf over de grens van de eigen ruwvoerproductie groeit en dus voer moet aankopen en zeker mest moet afvoeren. Op de grondloze liters geeft dit een extra kost van zo’n 3 cent per liter.
De productie per arbeidskracht loopt de afgelopen 5 jaar op met 30 procent. De uitgaven voor personeel stegen de voorbije jaren niet. Dus, wordt er (te) hard en (te) veel gewerkt op de Vlaamse melkveebedrijven. Daarnaast stijgt de efficiëntie binnen die bedrijven wel sterk.
De schuldpositie per koe en per liter daalt. Ook de financieringslast per liter daalt. Het gemiddeld Liba-bedrijf heeft een correcte vermogenspositie met een solvabiliteit rond de 50 procent. Naar vermogen toe is het gespecialiseerde melkveebedrijf dus gezond.
Gemiddelde melkprijs door lage poederprijs
Afgelopen jaar 2018 werd de melkprijs ondersteund door de hoge boterprijzen en de sterke vraag naar zuivel. De interventievoorraad magere melkpoeder heeft ons echter parten gespeeld, want deze voorraad werd terug op de markt gebracht in de loop van 2018. De verkoop van de magere melkpoeder heeft onze melkprijs negatief beïnvloed. De melkprijs schommelde rond de 34 euro per 100 liter FPCM. De gemiddelde melkprijs over 2018 bij de Liba-melkveehouders bedroeg 33,96 euro per 100 liter FPCM. Het gemiddelde van de laatste 5 jaar ligt op 34,12 euro per 100 l FPCM.
Levende koeien en kalveren werden gemiddeld respectievelijk 25 en 20 euro duurder verkocht dan 2017. De combinatie van dure koeien en een hogere kalverprijs resulteert in een vleesverkoop van 2,78 euro per 100 liter FPCM en een aanwas van 0,87 euro per 100 liter FPCM.
Hoge variabele en stabiele vaste kosten
2018 wordt gekenmerkt door een hoge voederkost. Dit werd veroorzaakt door de tegenvallende opbrengsten van mais en gras als gevolg van de extreme droogte gedurende het voorjaar en de zomer. De voorraadafbouw bedraagt 0,3 euro per 100 liter FPCM terwijl we over de laatste 5 jaar gemiddeld mochten rekenen op een ruwvoervoorraadopbouw van 0,4 euro per 100 liter FPCM. Daarnaast werd er in 2018 voor 0,5 euro per 100 liter FPCM meer ruwvoer aangekocht.
De weerslag op de technische resultaten van het voeren van mais en gras van slechte kwaliteit zullen we pas zien in de boekhouding van 2019. Het totale effect van de droge zomer zit dus gespreid over twee boekjaren. De vaste kosten per liter FPCM blijven wel gelijk; per bedrijf lopen de kosten verder op.
KOP en BOP plus 1 euro/100 l FPCM
De hogere variabele kosten zorgen ervoor dat de kritieke opbrengstprijs (KOP) en bodemopbrengstprijs (BOP) gedurende 2018 stijgen met 1 euro/100 liter FPCM naar respectievelijk 30 en 24 euro/100 l FPCM. De kritieke opbrengstprijs ligt hiermee onder de verwachte melkprijs voor de komende jaren. Dus zijn de bedrijven structureel gezond.
Bron: Niels Achten in Melkveebedrijf België editie april 2019