DLV wil in België en Nederland veehouders enthousiast maken voor termijnmarkthandel als vorm van risicomanagement. Bovenop de standaardprijs van het zuivelbedrijf verwacht initiatiefnemer Dirk Coucke (DLV Belgium) een plus van enkele euro’s te kunnen realiseren.
Bij het handelen op termijnmarkten worden op een centrale financiële beurs contracten afgesloten voor de prijs van een product – in dit geval rauwe melk, wei, melkpoeder, kaas en boter – op een vooraf bepaald tijdstip in de toekomst. Er zijn wereldwijd drie beurzen die een termijnmarkt voor zuivel-equivalenten aanbieden: de EEX in Duitsland, CME in Verenigde Staten en de Nieuw-Zeelandse NZX. Elk van deze beurzen heeft zijn eigen vastgestelde contracthoeveelheid voor zuivelproducten. Zo heeft een contract – een future genaamd – voor magere melkpoeder bij de EEX in Duitsland een standaardomvang van 5.000 kilogram, terwijl de NZX magere melkpoedercontracten van 1.000 kilogram aanbiedt.
Op de markten worden – omgerekend in zuivel-equivalenten – redelijk druk gehandeld, vooral in Amerika. De CME verhandelt naar schatting minimaal in verhouding 20 procent (+/- 20 miljard kilogram melk) van het geproduceerde Amerikaanse melkvolume. De EEX is momenteel goed voor omgerekend circa 1 miljard liter melk en de NZX voor ongeveer 1,5 miljard kilogram melk. Maar zowel EEX als NZX zijn sterk groeiende. In augustus startte EEX nog een termijnmarkt voor rauwe melk.
In Vlaanderen is er reeds een coöperatie opgericht die handel drijft op de termijnmarkt. In Nederland wordt momenteel de interesse gepeild in samenwerking met DLV Advies onder leiding van Herrold Lammertink.
Wil je weten hoe het werkt lees dan de volledige reportage
Termijnmarkt laat veehouders deels melkprijs bepalen
Bron: Rob van Ginneken in Melkveebedrijf editie september 2018