De EU-landbouwraad van maandag 14 maart 2016 creëerde voor de melkveehouderij de mogelijkheid voor een tijdelijke, vrijwillige productiebeperking en een verdubbeling van de opslag van melkpoeder en boter tot respectievelijk 218.000 en 100.000 ton. De lidstaten moeten de vrijwillige productiebeperking echter zelf financieren.
EU-commissaris van Landbouw Hogan kondigde na afloop van de EU-landbouwraad aan dat de lidstaten de mogelijkheid krijgen om ‘binnen verruimde staatssteunregels’ zelf financiering te voorzien. “Dit dreigt het gelijk speelveld tussen de lidstaten te verstoren. Dit kan niet voor de Boerenbond”, luidt het in een eerste reactie vanuit Leuven.
Om de crisis in de varkens- en vleesveehouderij aan te pakken stelt Hogan voor om op Europees niveau een marktobservatorium op te richten dat de markt van varkens- en rundvlees in kaart brengt. “Meer transparantie in het marktgebeuren is zeker welgekomen, maar het zal het structurele onevenwicht op de markt niet oplossen”, reageert de Boerenbond.
De BB vindt ook de overweging van nieuwe steun aan private opslag voor varkensvlees ‘op een meer geschikt tijdstip in 2016’ overigens positief. Maar voor BB-voorzitter Sonja De Becker is het echter allemaal onvoldoende.
“Wat Europa nu voorlegt is te weinig en zorgt, zeker voor de varkenshouders, niet snel genoeg voor het nodige effect. Alle sectoren van onze land- en tuinbouw hebben nood aan instrumenten die zorgen voor meer stabiliteit en inkomensgarantie op de bedrijven. Het Europees landbouwbeleid is het orgaan bij uitstek dat dit zou moeten faciliteren. Het is positief dat de meerderheid van Europese lidstaten nu op dezelfde golflengte zit en er nu eindelijk iets concreets op tafel ligt voor de melkveehouderij, zij het wel dat de financiering een niet te miskennen struikelblok blijft. Maar ik ben heel ontgoocheld dat er voor de varkenshouderij en de andere sectoren, weer eens, geen maatregelen voorgelegd worden die op korte termijn voelbaar resultaat geven op onze bedrijven.”