Sieglinde Debruyne (ILVO, UGent) onderzocht in haar doctoraat of voedingssupplementen bij jonge herkauwers hun latere methaanuitstoot of productie konden beïnvloeden. De geteste voedersupplementen leverden echter niet de verwachte reductie van de methaanuitstoot. Maar er werden wel andere effecten opgemeten bij de onderzochte runderen en geiten.
Vaarskalveren
- Proefopzet
De Holstein-vaarskalveren kregen tweemaal daags geëxtrudeerd lijnzaad of een mengsel van essentiële oliën toegevoegd aan het rantsoen tot ze 4 maand oud waren. De individuele methaanuitstoot van de runderen werd gemeten op een leeftijd van 4, 6, 12 en 18 maand en ook in de melkveestal werd de methaanuitstoot 3 weken voor tot 5 weken na hun eerste kalving opgevolgd. Gewicht en voederopname van alle runderen werden gedurende de hele onderzoeksperiode regelmatig geregistreerd, net als de dagelijkse melkproductie tot 5 weken in lactatie.
- Resultaten
De toegediende supplementen bleken geen invloed te hebben op de aantallen van de belangrijkste pensmicroben of de methaanuitstoot van de runderen. Niet enkel tijdens de behandeling in de eerste 4 maand, maar ook in het verdere leven nadien, was er geen merkbaar verschil in methaanuitstoot waar te nemen.
Toch bracht het onderzoek enkele verrassende zaken aan het licht. Kalveren die geëxtrudeerd lijnzaad of essentiële oliën kregen hadden een betere voederconversie en groeiden sneller tijdens de behandelperiode en ook gedurende de rest van het eerste levensjaar. Hierdoor waren deze kalveren zwaarder en konden ze een maand vroeger geïnsemineerd worden. Door de grote variatie in de vruchtbaarheidsresultaten van het onderzoek was de bijhorende lagere afkalfleeftijd echter niet significant verschillend. Het gebruik van deze supplementen in de eerste levensfase resulteerde bijna twee jaar later, na de eerste kalving, in een betere voer- en energie-efficiënte in de eerste weken van de lactatie.
Geitenbokjes
- Proefopzet
Het tweede luik van het onderzoek werd uitgevoerd bij geitenbokjes. Hoeve ’t Leenhof in Zele leverde de geitenbokjes voor deze proef. Een groep drachtige moedergeiten kreeg er tijdens de laatste drie weken van de dracht een supplement op basis van kokosolie. Bokjes, geboren uit deze behandelde groep en uit een controlegroep zonder supplement, kregen vervolgens zelf dit supplement ook wel of net niet toegediend. Zo kon bepaald worden wat de impact was van de kokosolievetzuren, toegediend voor en/of na de geboorte.
- Resultaten
Toediening van de kokosolievetzuren zowel tijdens de dracht als tijdens de eerste 4 weken na lammeren, onderdrukte de ontwikkeling van pensmicroben in grote mate. Dit leverde een reductie van de methaanuitstoot van 82 % (in labo-simulatie). Eens de behandeling op 11 weken gestopt werd liep de methaanuitstoot echter terug op tot een normaal niveau.
De kokosolievetzuren verstoorden echter de normale opname en penswerking in het vroege leven. De lammeren die de kokosolievetzuren kregen namen minder kunstmelk op wat resulteerde in een groeiachterstand die na 28 weken nog steeds aanwezig was. De bacteriële werking van de pens normaliseerde tegen het eind van de postnatale behandeling. Toch waren er 4 maanden later op verschillende plaatsen in de pens verschillen te merken in densiteit, lengte en breedte van de penspapillen. De absorptie-oppervlakte van de papillen was echter niet verschillend tussen de groepen.
Conclusie
De geteste voedersupplementen leverden niet de verwachte reductie van de methaanuitstoot. Toevoegen ervan voor de geboorte, leidde bij geiten tot tijdelijke of langdurige effecten op de (microbiële) ontwikkeling van de pens en de groei van het dier.
Daarnaast bleek toevoegen na de geboorte bij vaarskalveren positieve effecten te hebben op de dagelijkse groei in het vroege leven en de voederefficiëntie tot na de eerste kalving.
Verder onderzoek bij melkkoeien richt zich ondertussen op het op jonge leeftijd sturen van de penswerking om zo tot productievere koeien en een hogere voerefficiëntie te komen.
Projectinfo
- Project: Inzicht verwerven in de ontwikkeling en stabiliteit van het pensmicrobioom als een basis voor nieuwe methaanreducerende maatregelen.
- Looptijd: 2014-2018
- Samenwerking: UGent
- Financiering: Eu Facce – JPI, AVEVE, AGOLIN, VLAIO
- Contact: matthieu.frijlink@ilvo.vlaanderen.be (Rundveeloket)
Bron: ILVO-Nieuwsgolf – 17 april 2019