Omdat inzake zaadontsmettingen heel wat zekerheden binnenkort wegvallen moeten we als sector meer inzetten op een geïntegreerde teelttechniek, luidt het bij Limagrain Belgium. Het gezegde ‘Voorkomen is beter dan genezen’, is meer dan ooit aan de orde. Immers, naast het weer boert ook de wetgever mee zodat niet alleen de teeltrendabiliteit maar ook de teeltrotatie en de fyto- inclusief teelttechniek onder druk komen te staan. Stuk voor stuk feiten die de maisrassenkeuze beïnvloeden.
Met de combinatie van een basisontsmetting + TMTD + Mesurol werden de voorbije jaren de belangrijkste belagers van de mais in de kritieke jeugdfase (0 tot 4 bladstadium) aangepakt. De met Mesurol behandelde zaden mogen in 2020 nog opgebruikt worden maar daarna valt ook het doek over Mesurol. Weinigen stonden echter stil bij de uitdagingen die het post-Mesurol-tijdperk met zich mee zou brengen. “Dit betekent dat we in totaal ander vaarwater terechtkomen. Nu zal per maisteler moeten gekeken worden, waar de prioriteiten liggen”, aldus Thomas Truyen en Marc Ballekens van Limagrain Belgium.
Minder mogelijkheden zaadontsmetting
In de West-Vlaamse groentestreken dient een antwoord gevonden te worden voor de resistente Pythium-stammen. Elders, in bosrijke omgeving, blijft vogelvraat een aandachtspunt. Ook de fritvlieg en de bonenvlieg zijn aan een opmars bezig en eisen onze aandacht op. Bovendien wordt de korf aan inzetbare, erkende zaadontsmettingsmiddelen jaar na jaar ingeperkt. Daarenboven zijn we niet zeker of we op producten (zoals Sonido, Korit,…) nog lang kunnen rekenen. Deze verenging aan zaadontsmettingsmogelijkheden maakt dat een geïntegreerde aanpak van de maisteelt brandend actueel is. Het of/of-keuzeverhaal maakt plaats voor de en/en-oplossing.
Volgens Limagrain moeten we de kritische periode van zaai tot het 2-bladstadium zo kort mogelijk houden. Een geïntegreerde aanpak van vogelafweer zal bestaan uit een samenspel van de zaaidatum, de soort zaadontsmetting, het zaaibed, de zaaidiepte en de jeugdgroei van het gewas. Er wordt geadviseerd om in een goed opgewarmde bodem te zaaien en dit niet vroeger dan 15 tot 20 april. De aanbevolen zaaidiepte is 4 cm. Het zaaibed wordt het best goed aangedrukt om migratie van bodeminsecten te bemoeilijken.
Qua zaadontsmettingen wordt voor komende uitzaai Starcover Force of Korit aangeboden. Deze laatste beschermt specifiek tegen resistente fusarium en pythium waardoor het vooral in groentestreken een must is. Korit heeft ook een erkenning als vogelafweermiddel. Een tweede optie is Starcover Force. Hierbinnen combineert een bescherming tegen bodeminsecten via dampwerking met een betere jeugdgroei en wortelontwikkeling. Starcover zelf is een natuurlijke biostimulant die de wortelgroei stimuleert en door de aanwezigheid van levende bacteriën de beschikbare fosfor in de bodem beter opneembaar maakt.
Voederwaarde en celwandverteerbaarheid op nr. 1
Limagrain heeft inzake kuilmais de voorbije jaren een breed gamma in de markt gezet waarbij vooral kenmerken zoals voederwaarde en celwandverteerbaarheid zich in de praktijk onderscheiden hebben. Het LGAN-label wordt specifiek toegekend aan rassen met een hoog VEM-gehalte en goede totale verteerbaarheid. Van zeer vroeg naar laat hebben we achtereenvolgens LG 31.205 (FAO 200), LG 31.218 (FAO 200), LG31.237 (FAO 220); LG 30.248, LG 31.229 (beiden FAO 230) en Clementeen (FAO 250). LG 31.205 is een zeer vroeg ras met de look van een laatrijp type die je bovendien laat kan zaaien. Dit ras heeft een goede verteerbaarheid en is met zijn hoog zetmeelgehalte een ideale partner in rantsoenen met veel gras. Omgekeerd zijn er LGAN-rassen (LG 30.248 en LG 31.229) met een lager zetmeelgehalte die dan weer perfect passen binnen een rantsoen met 40 tot 50 procent mais zonder een risico op pensverzuring. Wie zijn rassenkeuze wil afstemmen op een aanvulling van zijn ruwvoedervoorraden of de maximale hoeveelheid droge stof van 1 ha wil afhalen, kiest best voor Clementeen, de opvolger van Pauleen. Het grote verschil met Pauleen is de hogere celwandverteerbaarheid bij Clementeen waardoor je niet enkel massa maar voederwaarde inkuilt.
Dubbeldoel en korrelmais
Zowel in 2018 als 2019 was de praktijk overduidelijk met veel steriele kolven en bladverbranding. Limagrain heeft met Hydraneo een specifiek veredelingsprogramma lopen dat focust op droogtetolerantie. De nieuwste ontwikkeling is LG 31.219 (FAO 215) die als opvolger van LG 30.215 kan gezien worden. LG31.219 is een zeker ras met een stabiele opbrengst. Gezien zijn stresstolerantie is dit ras ook uitermate geschikt om uit te zaaien in de minder goede gronden. In de zeer vroege groep is er Crosbey die met een FAO200 ideaal geschikt is voor vroege levering aan de bio-ethanolindustrie en door zijn korter groeiseizoen ook een kleiner teeltrisico inhoudt en toelaat om een vanggewas (bv. winterrogge) in te zaaien. Voor de betere gronden tenslotte is LG 30.258 al jaren een vaste waarde.
Bron: naar Lieven Van den Berghe in Melkveebedrijf