De ranglijst met de twintig grootste zuivelbedrijven ter wereld laat grote verschuivingen zien. Slechts vijf bedrijven hielden dezelfde positie als vorig jaar. Lactalis wist zijn toppositie te houden, terwijl Dairy Farmers of America steeg naar de tweede plaats en zo Nestlé naar de derde plaats verdrong. Recordomzetten en de sterkere Amerikaanse dollar leidden tot positiewisselingen in de ranglijst. De gezamenlijke omzet van de twintig marktleiders steeg met 7,4 procent, na een stijging van 9,3 procent vorig jaar. Het aantal fusies en overnames onder deze zuivelconcerns in de wereldwijde zuivelindustrie bleef in 2022 nog ongeveer gelijk ten opzichte van 2021.
De eerste helft van 2023 laat wel een duidelijke afname van activiteit zien in zowel het aantal als de omvang van de deals. Dat blijkt uit het jaarlijkse rapport van de Rabobank over de Global Dairy Top 20 dat de omzetontwikkelingen van de grootste zuivelbedrijven ter wereld belicht.
Recordomzet in 2022 door hoge zuivelgrondstoffenprijzen
Ondersteund door de torenhoge inflatie liepen de prijzen van EU-basiszuivelproducten op tot historisch hoge jaargemiddelden. In Australië, Nieuw-Zeeland en de Verenigde Staten (VS) braken melkpoeders geen prijsrecords, ondanks de gestegen prijzen. Tegelijkertijd groeide de melkproductie minder dan verwacht in de belangrijkste exportregio’s en bleef de binnenlandse vraag in deze regio’s gedurende het grootste deel van het jaar ook nog goed. Daardoor kunnen we de zuivelmarkt in bijna heel 2022 als krap omschrijven met beperkte handelsoverschotten.
Over het geheel genomen waren de gemiddelde jaarlijkse prijsstijgingen van boter, kaas, melkpoeder en andere zuivelproducten voor veel zuivelbedrijven een goede voedingsbodem voor dubbelcijferige omzetgroei in hun lokale munteenheden in 2022.
Hogere inkomsten tenietgedaan door stijgende kosten en ongekend hoge melkprijzen
“Uiteindelijk deden de hoge kosten de winst door de omzetstijgingen teniet”, legt Richard Scheper, zuivelanalist bij Rabobank, uit. Zuivelbedrijven betaalden vaak recordhoge melkprijzen om de gestegen kosten op melkveebedrijven te compenseren.” Daarnaast kregen zij te maken met stijgende energiekosten en onzekerheden rondom de beschikbaarheid van aardgas. Vooral in Europa was dit een grote zorg. Bovendien gingen de prijzen in 2022 ook op andere fronten omhoog: transport, verpakkingen en arbeid werden allemaal duurder.”
Positieveranderingen in de ranglijst wereldwijde zuivelindustrie vooral door sterkere Amerikaanse dollar
“Voor zuivelbedrijven buiten de VS werd de omzetstijging in lokale valuta gedeeltelijk of zelfs grotendeels tenietgedaan door de sterkere Amerikaanse dollar. Dat leidde in de hele lijst tot positiewisselingen en was een van de redenen waarom het in Ierland gevestigde Glanbia zijn entree in de top 20 kon maken”, aldus Scheper. De omzet van Glanbia is voor het grootste deel te danken aan verkoop in de VS. Het bedrijf heeft onlangs aangekondigd in de nabije toekomst in Amerikaanse dollars te gaan rapporteren in plaats van in euro’s.
Ook de Canadese dollar is sterker geworden ten opzichte van veel andere valuta, waaronder de euro. Daardoor wisten de in Canada gevestigde bedrijven Saputo en Agropur hun positie te verstevigen of zelfs te verbeteren in het geval van Agropur. Beide bedrijven hebben een aanzienlijk verkoopvolume in de VS, waardoor ze een concurrentievoordeel genieten ten opzichte van de elf bedrijven op de lijst die in euro’s rapporteren.
De wisselkoersen waren in 2022 in het bijzonder ongunstig voor zuivelbedrijven die rapporteren in Nieuw-Zeelandse dollars, Chinese renminbi en Japanse yen. Daardoor zakte Fonterra uit Nieuw-Zeeland drie plaatsen, zagen de in China gevestigde spelers Yili en Mengniu hun omzet in Amerikaanse dollars dalen en verdween het Japanse Meiji na lange tijd uit de top 20.
Arla en FrieslandCampina wisselen van plek in ranglijst wereldwijde zuivelindustrie
Zoals we vorig jaar al zagen aankomen, is de Deense coöperatie Arla (6e) de Nederlandse coöperatie FrieslandCampina (7e) voorbijgestreefd. Toch zijn beide bedrijven erin geslaagd om hoger op de ranglijst te komen dan vorig jaar. Arla wist drie plaatsen te klimmen, mede door de gestegen omzet in de retailkanalen. FrieslandCampina klom één plaats, ondanks de verkoop van onder andere een deel van de Duitse fabrieken en Duitse merken aan Müller, en volgt Arla op de voet met een omzetverschil van minder dan EUR 100 miljoen. De omzet van FrieslandCampina steeg met naar schatting 19,2 procent naar 13,7 miljard euro. In Amerikaanse dollars bleef de stijging beperkt tot 6.1% en kwam de omzet uit op 14,4 miljard dollar.
Fusies en overnames: Minder activiteit en kleinere deals
De fusie- en overnameactiviteit onder de twintig topbedrijven bleef in 2022 op ongeveer hetzelfde niveau als een jaar eerder, met rond de 25 deals. In de tweede helft van 2022 waren er echter al wel tekenen van een afvlakking zichtbaar. Deze daling zette zich voort in de eerste helft van 2023 met grofweg acht aangekondigde deals tegenover de ongeveer 12 deals in de eerste zes maanden van vorig jaar.
Bron: RaboResearch