Vanuit een gezamenlijk streven naar maatschappelijk verantwoorde diervoederstromen brachten de Vlaamse overheid en de Beroepsvereniging van Mengvoederfabrikanten in de periode 2011 – 2015 het eerste Actieplan Alternatieve Eiwitbronnen ten uitvoer. Op 6 juni 2016 werd, in aanwezigheid van minister Schauvliege, een vervolgtraject voorgesteld.
Decor van de voorstelling was het veevoederbedrijf Lambers-Segers in Baasrode, deelgemeente van Dendermonde. Na afloop liet de minister zich de rondleiding op het bedrijf welgevallen (foto).
Het tweede actieplan bouwt voort op de realisaties van het vorige, weliswaar met een aantal nieuwe accenten. Streefdoel blijft te komen tot een optimale benutting van de aanwezige eiwitbronnen en het verminderen van de afhankelijkheid van de import van eiwit buiten Europa. Op het einde van de looptijd van dit tweede actieplan in 2020 zal opnieuw een vervolgtraject worden uitgetekend.
Het actieplan omvat 5 hefbomen:
- Hefboom ‘sensibilisering en voorlichting’
Grasland en mengteelten van gras en vlinderbloemigen zijn belangrijke lokale eiwitbronnen die meestal niet worden meegenomen in cijfers over onze afhankelijkheid van import. Een goede grasproductie en -kwaliteit en een beredeneerde inpassing in het rantsoen van runderen beïnvloeden desondanks rechtstreeks en in belangrijke mate hoeveel eiwit via het krachtvoeder moet worden bijgepast. Het blijft dan ook erg belangrijk om landbouwers op dat gebied voortdurend te coachen.
Door de vergroeningsvereisten van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) gingen veel landbouwers intussen op zoek naar nieuwe teelten voor hun teeltplan. Vaak kiest men daarbij voor de teelt van stikstofbindende gewassen die een mooie aanvulling kunnen vormen inzake voorziening van bedrijfseigen eiwit. Niet elke landbouwer heeft evenwel evenveel teeltkennis. Dat kan leiden tot ontgoocheling en frustratie omtrent de teelt. Hieraan zal tijdens voorlichtingsactiviteiten bijzondere aandacht worden geschonken.
- Hefboom ‘bewustmaking binnen de EU’
Bij Europa wordt aangedrongen op de toepassing van een geharmoniseerde set van indicatoren in alle lidstaten. Vlaanderen zal een positieve beslissing voor veilig hergebruik van diermeel ondersteunen, en bijdragen tot het uitwerken van een wettelijk kader voor gebruik van insectenmeel in diervoeders.
- Hefboom ‘stimuleren van praktijkgericht onderzoek’
Het ILVO zal, als trekker van de werkgroep ‘onderzoek alternatieve eiwitbronnen’, regelmatig de belangrijkste stakeholders samenbrengen. Een speciale vermelding is er voor de oprichting van het Strategisch Platform Insecten en het onderzoek naar de mogelijkheden voor de teelt van soja in Vlaanderen.
- Hefboom ‘subsidiëring en stimuleren van landbouwers via specifieke maatregelen’
Het stimuleren van bepaalde teelten kan alleen binnen het Europees wettelijk kader. Hierbij wordt vooral gedacht aan het behouden van de steun voor de teelt van vlinderbloemigen zoals voorzien in het huidige Programmadocument voor Plattelandsontwikkeling (PDPO III).
- Hefboom ‘in kaart brengen van valorisatiepaden van nevenstromen’
De voedingsmiddelenindustrie vindt in de veehouderij al vele jaren een afzetkanaal voor hoogwaardige valorisatie van een grote hoeveelheid aan diverse nevenstromen. Sinds kort zijn daar ook de nevenproducten van de bio-ethanolproductie bijgekomen als eiwitrijke grondstof voor veevoeder.
Vandaag is het technisch mogelijk om, op een veilige manier en onder strikte voorwaarden, opnieuw diermeel te gebruiken. Het is alleen nog wachten tot Europa daartoe het licht op groen zet. Dit is ook van belang voor de teelt van insecten als eiwitbron voor diervoeders, vermits meel van insectenlarven ook de status van diermeel heeft.
Bemefa streeft ernaar om nieuwe potentiële nevenstromen te valoriseren. Daarbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan de valorisatie van onverkochte overschotten van groenten en fruit via veilingen. Het Feed Design Lab zal hierbij de nodige experimenten uitvoeren.
Voor het volledige tweede Actieplan Alternatieve Eiwitbronnen klik tweede-actieplan-alternatieve-eiwitbronnen