Na de derogatiebeslissingen van 2007 en 2011, laat Europa de Vlaamse landbouwers voor de derde maal toe om af te wijken van de bemestingsnorm voor dierlijke mest van 170 kg N/ha, zoals bepaald door de Nitraatrichtlijn. Nieuw is dat de derogatie nu ook kan toegepast worden op gras-klaver.
Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat het toepassen van derogatie geen invloed heeft op bodem en waterkwaliteit. De derogatie laat immers enkel toe om de bemesting met dierlijke mest op teelten met een hoge stikstofopname en een lang groeiseizoen te verhogen. Voor Vlaanderen waren dit grasland, maïs voorafgegaan door een snede gras of snijrogge, wintertarwe of triticale gevolgd door een vanggewas en suiker- en voederbieten.
Een gebruik van dierlijke mest tot 250 kg N/ha is toegestaan op grasland en maïs onder derogatie, voor wintertarwe, triticale en bieten is dit 200 kg N/ha. Nieuw in de derogatiebeslissing is dat derogatie ook kan toegepast worden op de teelt van gras-klaver tot een gebruik van 250 kg N/ha. Een alternatief voor de snede grasland voor maïs is een onderzaai van gras.
In 2014 maakten bijna 2.900 landbouwers gebruik van derogatie, goed voor een totaal areaal van 82.757 hectare. Meer dan 90 procent van het derogatie-areaal bestaat uit grasland of de combinatie van gras/snijrogge en maïs.
Landbouwers die de derogatie dit jaar willen toepassen moeten voor 1 augustus 2015 een aanvraag indienen bij de Vlaamse Landmaatschappij via het Mestbankloket, dat sinds maandag 29 juni hiervoor beschikbaar zal zijn. Via dit loket kunnen ze eveneens de voorwaarden raadplegen waaraan een derogatiebedrijf moet voldoen. Daarnaast zullen de landbouwers de percelen, waarop ze derogatie toepassen, kunnen aanduiden of uitvinken via het e-loket van het Departement Landbouw en Visserij.