Afgelopen maanden zoomde de redactie uitgebreid in op de problematiek en de beleidsprogramma’s van de politieke partijen. Nu de verkiezingen van 26 mei 2019 echt voor de deur staan focussen we andermaal op de standpunten per partij. Hoe denkt de N-VA over duurzaamheid en landbouw?
Duurzaamheid zal de toekomst van de Vlaamse landbouw bepalen, vindt N-VA. De sector moet dus structureel bijdragen tot de verbetering van de omgevingskwaliteit en het leveren van ecosysteemdiensten. De leefbaarheid op economisch, ecologisch en sociaal vlak van de landbouwbedrijven zelf, kan verbeterd worden door de introductie van duurzame technieken.
Eén van de punten waar de partij op wil werken, is het terugdringen van de koolstofverliezen uit landbouwbodems. Waardevolle graslanden spelen een belangrijke rol in dit probleem. Om de doelen te halen, is er één kader nodig dat zowel landbouwers maar ook grondeigenaars compenseert (op basis van wetenschappelijke monitoring) wanneer zij vrijwillig natuurdoelen nastreven. De sterke achteruitgang van (wilde) bijen en andere bestuivers moet grootschalig aangepakt worden. Daarom moeten landbouwgebieden groenblauw dooraderd worden zowel met permanente als met tijdelijke natuurelementen. De huidige inspanningen vindt de partij gebrekkig, versnipperd en relatief zonder resultaat.
Landbouwers zijn echte ondernemers. Ze moeten ondersteund worden in hun ondernemerschap via wetenschappelijk onderzoek en vernieuwing. Dat betekent meer innovatie, meer diversificatie en nieuwe verdienmodellen. De partij denkt daarbij onder andere aan hoogtechnologische innovatie, producten met een hogere toegevoegde waarde, gezonde en nieuwe voedingsproducten, natuur-inclusieve landbouw, agrobosbouw, landbouwverbreding, korte en circulaire keten, stadslandbouw, productie voor de bio-gebaseerde economie.
N-VA wil dit alles bereiken door een hervorming van het Europese GLB (Gemeenschappelijk LandbouwBeleid) omdat de directe inkomenssteun nu ontoereikend is als sociaal beleidsinstrument. De lidstaten zouden zelf deze steun moeten kunnen verlenen. N-VA zou dit dan doen door resultaatgericht te subsidiëren voor de geleverde publieke diensten die de landbouwer voor de maatschappij, de natuur en het leefmilieu uitvoert.
Daarnaast wil de partij ook het VLIF (Vlaams Landbouw InvesteringsFonds) hervormen tot een innovatie- en transformatiefonds. Dit moet de Vlaamse landbouwer ondersteunen in de omschakeling naar nieuwe verdienmodellen en in de polyvalente inrichting van het landbouwbedrijf. Zo moet een toekomstige heroriëntering minder kosten met zich meebrengen.
Bron: Hilde De Wachter in de reeks ‘Hoe duurzaam moet het landbouwbeleid worden na 26 mei 2019?’. Die kwam tot stand met steun van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling.