Eén keer in de zoveel tijd keert het onderwerp graszaad terug op een melkveebedrijf. De keuze van een graszaadmengsel heeft belangrijke gevolgen voor de samenstelling van het rantsoen en voor de bodem op de lange termijn. Maar welke keuzes zijn er allemaal en waar doe je goed aan?
“Bij het zaaien van andere gewassen, zoals maïs of bieten, kies je voor één ras dat je over het volledige perceel gebruikt. Na enkele maanden haal je het gewas eraf en is het tijd voor de volgende rotatie. Bij grasland werkt dit anders. Gras blijft veel langer staan, vaak meerdere jaren. Hierdoor heeft de keuze van graszaad een veel grotere impact op je bodem, maar ook op je bedrijf”, legt Thomas van Tetering uit. Van Tetering is Productmanager Benelux bij DLF, de wereldmarktleider van de veredeling, productie en verkoop van graszaden.
Verschil in voederwaarde en opbrengstpotentie
Het verschilt in hoeverre melkveehouders zich bewust zijn van het belang van deze keuze. Op dit vlak is volgens Van Tetering nog veel winst te behalen. “Als je bijvoorbeeld grasland van tien jaar oud hebt liggen, kan ik je garanderen dat dit gras een veel lagere voederwaarde en opbrengstpotentie heeft dan een perceel met nieuwe grasrassen. Het drogestofgehalte op een verouderd perceel ligt gemakkelijk vijfhonderd tot duizend kilogram lager. Dit is zonde.”
Grasrassen kunnen een goede eerste snede hebben, standvastigheid geven of winterhard zijn. Door deze eigenschappen te combineren in één graszaadmengsel, maak je het grasland robuust en bestand tegen verschillende omstandigheden. Op deze manier stelt DLF mengsels samen met een bepaald focuspunt, zoals verteerbaarheid, drogestofopbrengst en droogtetolerantie. Deze graszaadmengsels voor voedergrassen brengt het bedrijf op de markt onder de naam ForageMax.
Graszaadmengsel is duurzame investering
Er zijn vier pijlers, waar DLF in haar graszaadmengsels op focust. Allereerst speelt de verbetering van ruwvoerkwaliteit een belangrijke rol. Dit zorgt namelijk voor een betere vertering en hierdoor komt er uit iedere hap gras meer energie vrij. De resultaten liegen er niet om.
Uit onderzoek is gebleken dat vier procent betere celwandvertering zorgt voor één liter meer melk per koe per dag. De rassen die deze hoge verteerbaarheid hebben krijgen het DLF Fiber Energy keurmerk en worden gebruikt in de ForageMax Melkmax weidemengsels. “Op deze manier is de rekensom snel gemaakt”, aldus Van Tetering. “Melkveehouders vergeten vaak dat graszaad, in vergelijking met het ploegen en zaaien van het land, een relatief goedkope investering is, die zich snel terugbetaalt.”
Hoge en betrouwbare drogestofopbrengst
Een ander focuspunt van DLF is een hoge en betrouwbare drogestofopbrengst. “Voor tijdelijk grasland is het belangrijk dat grassen robuust zijn en een goed wortelstelsel hebben. Als grasland bijvoorbeeld drie tot vijf jaar staat, dan wil je wel dat het mengsel in deze periode piekt.” Hiervoor heeft DLF de PLUS-grassen ontwikkeld. Deze rassen zijn veredeld voor een hogere opbrengst, maar droogtetolerantie blijkt in de praktijk een ander voordeel te zijn. Dit is te danken aan een uitgebreid wortelnetwerk.
“Droogtetolerantie speelt één keer in de zoveel jaar op. Toch adviseer ik niet te wachten tot het droge weer komt, maar sowieso voor een robuust ras te kiezen, zodat je zeker weet dat gras het onder zowel droge en natte omstandigheden goed doet. Je kunt beter kiezen voor een mengsel dat gemiddeld geziengoede opbrengsten heeft, dan kiezen voor een ras dat onder de optimale omstandigheden goed presteert, want die omstandigheden zijn er steeds minder.”
Goed grasland houden
Naast de keuze voor het juiste mengsel, is het belangrijkdat grasland niet alleen goed is, maar dat ook blijft. Na vier tot zes jaar neemt de kans op onkruid, kale plekken en de insleep van slechte rassen toe in grasland. Van Tetering adviseert daarom om een perceel aan het einde van het groeiseizoen preventief door of bij te zaaien, zodat grasland langer goed blijft en een hogere voederwaarde houdt. “Hierdoor blijf je problemen voor. Tien kilogram per jaar doorzaaienis voldoende, terwijl reparatiewerk in de vorm van doorzaaien al snel vraagt om vijftien tot dertig kilogram graszaad. De levensduur van goed grasland verlengen is hierdoor veel goedkoper dan iedere tien jaar alles omploegen en opnieuw inzaaien.”
ForageMax-pakket
Daarnaast staan alle grasrassen van het ForageMax-pakket hoog op de rassenlijst. En hier is Van Tetering trots op: “Dit betekent dat de zaden een uitgebreid onderzoek hebben doorgelopen en dat de positieve eigenschappen van rassen in kaart zijn gebracht. Ik adviseer melkveehouders dan ook om eens een kijkje te nemen op de rassenlijst. Dan kun je lezen welke rassen er allemaal zijn en bewust afwegingen maken.”
Ook hebben alle grasrassen in de ForageMax mengsels van DLF een roestresistentiemet een acht of hoger als cijfer. Gezonder gras groeit beter en blijft langer staan, is de visie van het bedrijf. Daarom is ziekteresistentie niet te missen in de veredeling van nieuwe rassen. Hier sluit het onderwerp duurzaamheid naadloos op aan. Duurzame rassen zijn een langdurige bron van stikstof voor de bodem. Vlinderbloemigen en klaver binden stikstof uit de lucht en in de bodem. Hierdoor treedt minder uitspoeling van stikstof op, worden meststoffen beter benut en kan de mestgift omlaag.
Kiezen voor een duurzaam graszaadmengsel
De afgelopen twee jaar heeft Van Tetering de interesse in deze duurzame mengsels zien toenemen. Het GLB (Gemeenschappelijk Landbouw Beleid) draagt hieraan bij. Eiwitrijke mengsels geven als leuke bijkomstigheid een hogere premie in de eco-regeling. Het hoofddoel is natuurlijk dat het gras- en klaverland op deze manier meer eiwit opbrengt. “Gras blijft de makkelijkste en goedkoopste bron om eiwit in je rantsoen te brengen. Met name rode en witte klavers zijn hier geschikt voor.”
Voor melkveehouders die interesse hebben in duurzame rassen biedt DLF losse klavermengsels aan in verpakkingen van vijf kilogram, die tijdens het zaaien mee kunnen worden gemengd. Ook zijn er complete gras- en klavermengsels beschikbaar, die deze stikstofbinders standaard bevatten, bijvoorbeeld het nieuwste product MultiMax.
Wat is het perfecte graszaadmengsel?
Om het juiste graszaadmengsel te kiezen, dienen melkveehouders na te denken over de vraag: waar liggen de uitdagingen op mijn bedrijf? Van Tetering vertelt: “Ieder melkveebedrijf is uniek, dus er is niet één graszaadmengsel dat past op alle bedrijven. De ene melkveehouder focust meer op het veranderen van eiwit in het rantsoen, terwijl op een ander bedrijf het drogestofgehalte meer aandacht vraagt. Dit is een bedrijfsspecifieke keuze.”
Daarnaast verschilt de keuze voor graszaad vaak per perceel. Een huiskavel, dat jarenlang grasland blijft, heeft een ander doel dan een rotatieperceel tien kilometer verderop, dat ook nog eens een andere bodemsoort kan hebben. “Je moet echt kijken waar je naartoe wilt met je bedrijf en hoeveel grond je beschikbaar hebt.”
Graszaadmengsels veranderen continu
Melkveehouders blijven vaak jarenlang dezelfde graszaadmengsels uit het ForageMax-pakket gebruiken, als ze hier tevreden over zijn, volgens Van Tetering. Toch veranderen de mengsels achter de schermen continu. Ieder jaar vervangen nieuwe graszaden één voor één de oudere rassen in de mengsels. Ook kiest het bedrijf er soms voor om de verhouding tussen rassen te veranderen, omdat dit positieve gevolgen heeft voor de eigenschappen van het totale pakket.
Toch verwacht Van Tetering niet van alle melkveehouders dat ze volledig op de hoogte zullen blijven van alle nieuwe grasrassen. “Je hebt koeien- en graslandboeren. Het is maar net waar je focus op ligt. Eigenlijk zou een combinatie van beide perfect zijn: goed zijn voor je koeien en aandacht hebben voor je grasland, want dan bereik je uiteindelijk de beste resultaten.”