In het Overijsselse Rijssen runnen de broers Hans en Gertjan Vossebelt twee volwaardige bedrijven: een melkveebedrijf en een loonbedrijf. De broers zijn altijd in voor nieuwe of herontdekte teelten, zoals voederbieten, en laten klanten van het loonbedrijf graag profiteren van de ervaringen hiermee.
Het melkveebedrijf van Vossebelt omvat zo’n 90 melkkoeien met bijbehorend jongvee. De ruim zeventig hectare grond bestaat voornamelijk uit grasland. Het afgelopen jaar teelde Vossebelt 22 hectare mais, waarvan afgelopen jaar zo’n acht hectare als MKS werd ingekuild. “We kijken per jaar samen met de voeradviseur hoe we het doen met de mais. Zitten we ruim in het ruwvoer, dan doen we meer MKS”, aldus Hans Vossebelt.
Volgens Vossebelt is het melkveebedrijf prima te combineren met het loonbedrijf. Het werk op het melkveebedrijf wordt doorgaans met twee personen gedaan. Melken wordt twee keer daags gedaan in een carrouselmelkstal. Zo gauw het kan, krijgen de koeien weidegang. Afhankelijk van de temperatuur lopen ze overdag of ’s nachts buiten.
Het loonbedrijf is vooral gespecialiseerd in werkzaamheden voor melkveehouders. Maar ook voor andere werkzaamheden, zoals aanleg en onderhoud van sportvelden, grondverzet en containerverhuur draaien het loonwerkteam, dat doorgaans uit acht personen bestaat, haar hand niet om.
Areaal voederbieten groeit
Naast gras en mais heeft Vossebelt een aantal kleinere teelten. Eén daarvan is voederbieten. “We waren een paar jaar geleden op zoek naar een derde gewas naast gras en mais. Ons oog viel op voederbieten. Een gewas dat hier in de omgeving vroeger volop geteeld werd, maar in de vergetelheid raakte door de opkomst van snijmais. We zijn laagdrempelig begonnen met een klein stukje. Zaaien deden we in het begin met de maiszaaimachine”, vertelt Hans Vossebelt.
Teelt van voederbieten van A tot Z verzorgen
Inmiddels is het areaal voederbieten op het eigen bedrijf het afgelopen jaar gegroeid naar vijftien hectare. Steeds meer melkveehouders in de omgeving hebben de teelt ook opgepakt en Vossebelt ondersteunt hen met mechanisatie en advies. “Vorig jaar hebben we vijftig hectare gerooid bij onszelf en bij klanten”, vertelt Vossebelt.
Het loonbedrijf kan de teelt van voederbieten van A tot Z verzorgen voor veehouders. Zo beschikt het bedrijf over een twaalfrijige Accord bietenzaaier en een Vervaet zelfrijdende bietenrooier. Om bieten versnipperd laagsgewijs met de mais in te kuilen, ontwikkelde Vossebelt zelf een versnipperbak.
Goed voor koe, portemonnee en milieu
Vossebelt past waar het kan voederbieten toe in het rantsoen voor de eigen melkkoeien. De bieten gaan versnipperd door de snijmaiskuil en door de MKS. “Het liefst zou ik ze vers voeren. Nadeel is dan dat je ze voor april op moet hebben. Na april gaat de kwaliteit van verse biet namelijk hard achteruit. Gemengd door de mais kunnen we ze jaarrond voeren.” Vossebelt merkt duidelijk effect van voederbieten in het rantsoen. “Sinds we ze voeren is de vruchtbaarheid beter. De klauwgezondheid is vooruit gegaan, we hebben minder last van zoolzweren.”
Naast goede eigenschappen in de stal heeft de voederbiet ook qua teelt pluspunten. Het gewas kan goed tegen droogte. Ook een langere periode zonder regen hoeft niet ten koste te gaan van de opbrengst. De biet groeit door tot 15 november. Dit betekent dat de plant ook tot die tijd stikstof opneemt. Zo maakt het gewas het makkelijker om aan de nitraatrichtlijn te voldoen. Door de hoge voederwaarde is er minder krachtvoer nodig. Dit maakt het gewas extra aantrekkelijk voor veehouders die ruim in de grond zitten. Dankzij de penwortel, die wel tot een meter lang kan worden, heeft de biet een gunstig effect op de bodemkwaliteit. Onderzoek van de Jagersvereniging heeft laten zien dat vliegen en kruipende insecten zich graag in of in de omgeving van voederbietenpercelen ophouden, wat goed is voor de biodiversiteit.
Teelt van voederbieten kent aandachtspunten
De teelt van voederbieten is vergelijkbaar met die van suikerbieten. Maar dat is geen teelt die de gemiddelde melkveehouder in de vingers heeft. Veel melkveehouders besteden vanwege het specialisme dat het vraagt de teelt van voederbieten uit aan een akkerbouwer of een loonwerker met teeltervaring, zoals Vossebelt. Zaken waar rekening mee moet worden gehouden zijn onder anderen een optimaal zaaibed voor een goede start. Een biet is namelijk gevoelig voor een slechte structuur. Qua gewasbescherming kan optreden tegen bladschimmels, Rhizoctonia, aaltjes, emelten en ritnaalden nodig zijn.
Altijd in voor iets nieuws
Voederbieten is niet het enige ‘nieuwe’ gewas dat Vossebelt verbouwt. Het bedrijf verbouwde vorig jaar negen hectare tarwe. “Dit als krachtvoervervanger en rustgewas”, vertelt Hans Vossebelt. Je moet toch rouleren. Afgelopen jaar heeft het bedrijf een perceel van vier hectare ingezaaid met veldbonen. De bedoeling is deze na oogst te pletten en in te kuilen in een klein kuiltje. Bij wijze van proef is er ook een hoekje ingezaaid met sorghum.
“Wij vinden het belangrijk ervaring op te doen met andere teelten. Dit delen we graag met onze klanten. Bij de voederbietenteelt hebben we veel navolging gekregen. Veel veehouders zijn op zoek naar alternatieve gewassen, om meer eigen eiwit te verbouwen. We merken dat veehouders onze teelten daarin in de gaten houden. Regelmatig horen we weer dat er op zondag mensen naar onze veldbonen zijn wezen kijken.”
Tekst en beeld: Gerben Hofman