Jongveeopfok is een kostbare aangelegenheid. Gemiddeld genomen bedragen de opfokkosten tussen de 1.400 en 1.800 euro per vaars. Een hogere productie in de eerste lactatie zorgt voor een snellere terugverdientijd. De basis voor een hoge productie wordt gelegd in de melkperiode. Een periode die nog voor verbetering vatbaar is.
Al ruim voordat een pink geïnsemineerd wordt, is de uier zich al aan het ontwikkelen. 130 gram groei per dag meer in de periode voor het spenen betaalt zich uit in ruim 700 liter melk extra in de eerste lactatie. En die hoeveelheid laten veel veehouders liggen.
De optimale groei ligt op 750 gram per dag in de melkperiode, terwijl het gemiddelde flink lager ligt. Op basis van de borstomvangregistraties die Alpuro Breeding al ruim vijf jaar uitvoert bij haar klanten, durft jongveespecialist Herbert Bouwers te concluderen dat de gemiddelde groei per dag in de eerste 3 maanden op ruim 660 gram ligt.
Agrifirm Feed heeft sinds anderhalf jaar haar Jongveeopfok24 plan, waarbij de veehouders worden ondersteund met hoogtemetingen. De hoogtemetingen worden op de website ingevoerd, maar blijven alleen beschikbaar voor eigen gebruik, niet voor bedrijfsvergelijkingen.
Biestverstrekking kan bij veel bedrijven beter
Een belrondje langs verschillende producenten van melkpoeders en veevoederbedrijven leert dat het management van biestverstrekking op veel bedrijven voor verbetering vatbaar is. Het oeroude adagium van veel, vlug, vaak en vers bestaat nog steeds. Een enquête van de universitaire landbouwpraktijk, verbonden aan de Universiteit Utrecht, leert dat verrassend veel veehouders zich houden aan dat credo. Gemiddeld genomen krijgt een kalf na 93 minuten biest verstrekt, bleek uit de uitslag van de enquête. Dat is binnen de marge omdat de darmwand zo’n 3 – 4 uur in staat is om de grote moleculen van antistoffen direct in de bloedbaan op te nemen. Daarna sluit hij zich langzaam en na 12 uur is de darmwand al half dicht.
Niet alleen de permeabele darmwand is de reden waarom de koe zo snel mogelijk gemolken moet worden. Ook de kwaliteit van de biest is minder naarmate de koe langer de melk moet ophouden.
Drogestofgehalte van biest meten met een colostrummeter
Met een colostrummeter is eenvoudig het drogestofgehalte van biest te meten. Volgens de specialisten is structureel gebruik van een colostrummeter nog lang geen gemeengoed in de sector. Maximaal één op de tien veehouders test altijd de biest op kwaliteit, al zegt de meting niet alles over de kwaliteit van de biest.
Na de tweedaagse biestperiode switcht het kalf naar poedermelk. Volle koemelk is uit den boze en dit niet alleen vanwege de mogelijke doorgift van ziektekiemen of antibioticaresistentie. Maar ook de vet- en eiwitverhouding ligt bij poedermelk gunstiger. Verder blijkt dat het hogere vetgehalte in koemelk ook een verzadigend effect heeft op het kalf. De activiteit neemt af, waardoor het kalf minder kracht- en ruwvoer opneemt.
Hygiëne centraal bij verstrekken van melk
Hygiëne staat centraal bij het verstrekken van melk. Mits er hygiënisch gewerkt wordt, is er geen verschil in resultaat tussen drinkemmer, speenemmer of drinkautomaat. Voor de veehouders die kalveren handmatig melk verstrekken is er eigenlijk maar één goede optie; tweemaal daags voeren via drinkemmer of speenemmer. Over voorraadvoedering met een speenemmer zijn de specialisten niet enthousiast.
Met het verstrekken van melk, waarbij de hoeveelheid oploopt tot maximaal 4 liter per kalf per dag in de eerste week, is de vochtvoorziening van het kalf grotendeels gedekt. Per dag heeft een kalf 10 tot15 % van haar lichaamsgewicht nodig aan vocht. Ad libitum water geven is in de eerste week daarom niet noodzakelijk, mits het kalf voldoende melk opneemt. Vanaf tien dagen moet een kalf wel onbeperkt water op kunnen nemen uit een schone drinkbak.
Vanaf een week of twee na de geboorte moet het kalf onbeperkt krachtvoer aangeboden krijgen, gecombineerd met een structuurbron.
De krachtvoeropname is vervolgens leidend in het opfokproces en bepaalt het speenmoment. Het speenmoment ligt bij een minimale opname van 1,5 tot 2 kilogram krachtvoer per dag. Gemiddeld genomen wordt die opname in week 10/11 na de geboorte gehaald.
Het is echter een praktisch probleem om de voeropname van een kalf te meten in een ad libitum-systeem, zeker bij grote groepen.
Op het moment dat het kalf gespeend is, zijn de grootste risico’s achter de rug en is driekwart van een succesvolle opfok voltooid.