De Vlaamse operationele mestverwerkingscapaciteit (excl. export) is afgelopen jaar met ongeveer 5,6 miljoen kg N (+ ~20%) toegenomen. In 2014 werd 39,3 miljoen kg stikstof (N) uit dierlijke mest verwerkt (incl. export), een stijging van 13 procent tegenover 2013.
Zoveel blijkt uit de jaarlijkse enquête van het Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking (VCM) die per 30 juni 2015 werd voorgesteld. Het gros (44%) van de N-verwerking werd gerealiseerd door de verwerking en export van varkensmest (17,5 miljoen kg N), gevolgd door de verwerking en export van ruwe pluimveemest (16,8 miljoen kg N). De verwerking van varkensmest (excl. export) leverde een operationele capaciteit van 15,7 miljoen kg N op (40%).
De export van ruwe varkensmest richting Nederland nam 6 procent toe t.o.v. 2013 (+11.110 ton). Het volume geëxporteerde pluimveemest (richting Frankrijk) bleef vrij constant. Door een daling van de inhoudswaarden van voornamelijk braadkippenmest is er, uitgedrukt in kg N, wel een daling van 22 procent.
VCM vergelijkt jaarlijks de beschikbare (gebouwde) met de operationele (reeds ingevulde) capaciteit in de operationele installaties in Vlaanderen. In 2014 werd een verschil van 23 procent vastgesteld; dit verschil is gelijkaardig als in 2013 (21%). De vrije capaciteit in de provincie West-Vlaanderen is wel sterk gestegen. Reden hiervoor is dat 8 installaties veel minder verwerkt hebben dan in 2013. Redenen zijn: afbouw of faillissement van de installatie, of mogelijke concurrentie door export van ruwe varkensmest naar Nederland. In de provincie Oost-Vlaanderen daarentegen werd de bestaande capaciteit beter ingevuld dan in 2013.
De bemestingsnormen van het nieuwe Mestactieplan (MAP 5) zijn sinds kort in voege, maar zullen, nu de voorjaarsgiften al uitgereden zijn, voornamelijk in 2016 in de praktijk toegepast worden. Een daling van de vrije beschikbare capaciteit wordt dan ook voornamelijk pas verwacht voor het enquêtejaar 2016.
Vlaanderen telde in 2014 in totaal 120 operationele mestverwerkingsinstallaties. Er werden vijf nieuwe installaties opgestart (waarvan 1 overname) en 3 installaties stopgezet (waarvan 1 in de loop van 2014). In 2015 wordt de bouw van 2 installaties, en daarnaast de opstart van 2 nieuwe installaties (droging en filtratie) verwacht.
Frankrijk is nog steeds de belangrijkste exportregio voor Vlaamse mestverwerkingsproducten (56%); gevolgd door Nederland (35%). De export richting Duitsland bedraagt slechts 7 procent van de totale hoeveelheid geëxporteerde producten uit mestverwerking (op tonnage-basis).
West-Vlaanderen realiseert 55 procent van de totale verwerkingscapaciteit (uitgedrukt in tonnages). De verwerking in Antwerpen komt op de tweede plaats met 22 procent gevolgd door Limburg (13%) en Oost-Vlaanderen (9%). In Vlaams-Brabant (0,1%) wordt slechts een heel beperkt aandeel mest verwerkt.
www.vcm-mestverwerking.be