Uit het Mestrapport 2020 van de Vlaamse Landmaatschappij dat eind vorige week gepubliceerd werd blijkt dat we halfweg MAP 6 verder verwijderd zijn van de waterkwaliteitsdoelstellingen dan bij de start. Volgens de VLM liggen de bemestingspraktijken aan de basis van die ongunstige evolutie. “De bemestingspraktijken moeten dringend duurzamer worden en landbouwers moeten meer rekening houden met de veranderende weersomstandigheden”, klinkt het.
Al drie winterjaren op rij ligt het percentage meetpunten met een overschrijding van de drempelwaarde van 50 mg nitraat per liter ruim boven de 20 procent. Waar MAP 6 een verbetering van minstens 4 mg nitraat per liter voorop stelt tegen 2022 in gebieden met een ongunstige waterkwaliteit, stellen we in 2020 een verslechtering van 4 mg nitraat per liter vast in die gebieden. Ook blijkt dat voor 23 procent van het landbouwgebied de nitraatgehalten in het grondwater onvoldoende dalen.
Slimmer bemesten en vanggewassen inzaaien
Volgens het recente Mestrapport liggen de bemestingspraktijken aan de basis liggen van hoge nitraatresidu’s in de bodem in het najaar. Het gemiddelde nitraatresidu is de laatste drie jaren gestegen tot 85 kg nitraatstikstof per hectare in 2019. De VLM herhaalt dat het verbeteren van de bemestingspraktijken volgens het principe van de 4J’s staat centraal moet staan:
- bemesten met de juiste dosis,
- de juiste mestsoort,
- op het juiste tijdstip en
- met de juiste bemestingstechniek.
“Daarnaast is het inzaaien van een vanggewas na de oogst van de hoofdteelt een goede praktijk om het resterende nitraat in de bodem op te nemen”, staat er. “Het is de verantwoordelijkheid van elke landbouwer om de bemesting slim en juist uit te voeren en maximaal vanggewassen te zaaien om het nitraatresidu zo laag mogelijk te krijgen. Landbouwers die deze praktijken hanteren, zijn ook beter gewapend tegen onvoorziene weersomstandigheden.”
In het document wordt ook wel toegegeven dat de droge weersomstandigheden van de voorbije jaren ‘ongetwijfeld een invloed op de recente evolutie van de waterkwaliteit’ hebben. Lange droogteperiodes in het groeiseizoen leiden immers tot minder opname van stikstof door de gewassen en bijgevolg tot een hoger nitraatresidu en een hoger risico op uitspoeling van nitraten naar het water. “Het weer is evenwel een factor waar landbouwers op kunnen inspelen door de nodige voorzichtigheid aan de dag te leggen bij hun bemestings- en teeltpraktijken”, wordt met zoveel woorden benadrukt.
Gedragsverandering nodig
Via risicogebaseerde bedrijfsdoorlichtingen volgt de Mestbank probleembedrijven op. Er wordt gestuurd naar een gedragsverandering. “Bij 55 procent van de ruim 380 doorgelichte bedrijven in 2019 werden boetes, maatregelen of andere sancties opgelegd, naargelang de vaststelling. Een veel voorkomende vaststelling is het foutief aangeven van het kunstmestgebruik. De digitale registratie van kunstmest vanaf 2021 moet het reële kunstmestgebruik beter in kaart brengen”, stelt Vlaams minister van Omgeving en Handhaving Zuhal Demir in de mededeling. Bij de mestverwerkingsinstallaties blijft de opvolging van de aan- en afvoerstromen naar en van de installaties een knelpunt, vandaar het belang van de verplichte installatie van bijkomende debietmeters op de mestverwerkingsinstallaties vanaf 2022.
Bijkomende inspanningen
Vanaf 2021 geldt een nieuwe afbakening van de gebiedstypes waarbinnen gebiedsgerichte maatregelen genomen worden. Door de achteruitgang van de waterkwaliteit, neemt het areaal landbouwgrond in de gebiedstypes 1, 2 en 3, waar de waterkwaliteitsdoelstellingen nog niet behaald worden, toe van 60 tot 75 procent.
Ook zal de nieuwe ‘Begeleidingsdienst voor Betere Bodem- en Waterkwaliteit’ de land- en tuinbouwers ondersteunen bij het aanleren en toepassen van de beste en innovatieve landbouwpraktijken.
Landbouworganisaties helemaal niet akkoord
Zowel Boerenbond als het ABS reageren afwijzend op de mededeling van minister Demir. In een reactie klinkt het vanwege de Boerenbond dat het niet correct is de resultaten uit het Mestrapport 2020 te linken met een evaluatie van MAP 6. “Het nieuwe mestactieplan vond zijn toepassing op de velden pas in het najaar van 2019. De verstrengde bemestingsnormen van MAP 6 kunnen dus nog geen effect hebben op de metingen van afgelopen winter.”
Het ABS van haar kant stelt ronduit dat: “De mededeling van VLM over het Mestrapport getuigt van weinig respect en van weinig kennis van de praktijk.”
Bekijk hier het Mestrapport
De cijfers over de meetresultaten van de waterkwaliteit die beschreven staan in het Mestrapport zijn afkomstig van de Vlaamse Milieumaatschappij, die midden december het rapport over de resultaten van het MAP-meetnet 2019-2020 zal publiceren.
Bron: naar VLM – 4 december 2020