Vanaf 2018 zullen toezichthouders van de Mestbank het naleven van de teeltvrije zone van 1 meter langs waterlopen in focusgebieden actief afdwingen door terreincontroles. Het is daarom belangrijk om nu al rekening te houden met deze teeltvrije zone.
Als de toezichthouders van de Mestbank vaststellen dat er zich een productieve teelt bevindt in de teeltvrije zone, kan men verplicht worden om een teeltvrije zone aan te leggen. Bovendien kan een proces-verbaal opgemaakt worden, met een mogelijke boete tot gevolg.
1 meter naast waterlopen
Het decreet Integraal Waterbeleid bepaalt dat geen bodembewerkingen mogen plaatsvinden tot op 1 meter afstand vanaf de bovenste rand van het talud van alle oppervlaktewaterlichamen. Samen met het verbod op het gebruik van bestrijdingsmiddelen en het verbod op het gebruik van meststoffen (uitgezonderd bemesting door rechtstreekse uitscheiding bij begrazing) ontstaat een strook van 1 meter die geen oogstbare teelt kan voortbrengen, een zogenaamde ‘teeltvrije zone’.
“Terreinervaring leert dat die teeltvrije zone nog niet langs alle waterlopen aanwezig is. Op dat vlak is dus nog verbetering te boeken”, luidt het in een mededeling van de VLM.
Ter herinnering:
- de teeltvrije zone moet aanwezig zijn langs elke waterloop die opgenomen is in het Grootschalig Referentiebestand (GRB). Die laag is onder meer raadpleegbaar in de verzamelaanvraag op het e-loket van het Departement Landbouw en Visserij;
- de teeltvrije strook van 1 meter moet niet afgesplitst worden van de rest van het perceel in de verzamelaanvraag. Ook de bemestingsnormen blijven gelden voor de volledige oppervlakte van het aangegeven perceel.
Beheertips
Op de percelen waar de landbouwers de regelgeving al goed naleven, zal zich meestal een strook met een spontane bedekking van grassen en kruiden ontwikkeld hebben. Als dat nog niet het geval is, moet die strook zich nog ontwikkelen en is het omwille van akkeronkruiden aangewezen om een strook in te zaaien met gras of een mengsel van gras en kruiden.
Om het aantal maaibeurten te beperken is het aan te raden om een niet-productieve grassoort in te zaaien. Om de strook verder te verschralen of op zijn minst aanrijking door nutriënten die afspoelen van het land tegen te gaan, is maaibeheer aangewezen. Daarbij moet het maaisel afgevoerd of op het perceel gebracht worden op een voldoende afstand van de teeltvrije zone.
Ecologisch aandachtsgebied
Een land- of tuinbouwer die meer dan 15 ha bouwland in gebruik heeft, moet minstens 5 procent van zijn bouwland aanleggen als ecologisch aandachtsgebied (EAG). De land- of tuinbouwer kan dat invullen door bijvoorbeeld de inzaai van een groenbedekker of een stikstofbindend gewas, de aanleg van bufferstroken, akkerranden of landschapselementen of braaklegging.
Vanaf 2018 zal de landbouwer de mogelijkheid hebben om de 1 meter teeltvrije zone langs bouwland mee in rekening te brengen voor zijn oppervlakte aan te leggen ecologisch aandachtsgebied. Meer informatie over de voorwaarden en hoe de aangifte binnen de verzamelaanvraag 2018 moet gebeuren, wordt in de aanloop van de verzamelaanvraag verder geduid.
Beheerovereenkomst
Wie naast de waterloop al een grasstrook heeft aangelegd in uitvoering van een beheerovereenkomst randenbeheer, voldoet meteen ook aan de voorwaarden rond de teeltvrije zone. De teeltvrije zone maakt integraal deel uit van de strook en hoeft dus niet afzonderlijk geregistreerd te worden. De oppervlakte van de teeltvrije strook wordt mee in rekening gebracht voor de beheerovereenkomst zonder gevolgen voor de beheervergoeding.
Bron: VLM – Mestbank – 20 oktober 2017