In de melkveehouderij is een opkomende interesse voor mestverwerking. Er zijn vele ontwikkelingen, maar welke is nu interessant om te volgen? Het instappen in verwerking is maatwerk, maar wordt steeds toegankelijker vooral omdat de melkveehouderij ook een mestvraag heeft.
Sinds het afschaffen van het quotum is de druk op de mestmarkt gegroeid. In Nederland becijferde het Bureau Mest Afzet (BMA) over 2015 dat de productie van dierlijke mest de gebruiksruimte overschrijdt. De Nederlandse fosfaatproductie ligt 2,6 miljoen kilogram fosfaat hoger dan er verwerkt of afgezet wordt. Dat betekent dat er in Nederland een wankel evenwicht is op de mestmarkt, zeker met het oog op de uitbreiding die de melkveehouderij heeft gerealiseerd vanaf 2015. Dat zorgde ervoor dat de afzetprijzen in de afgelopen anderhalf jaar fors zijn gestegen. Bedragen rond de 20 euro per m³ zijn geen uitzondering.
In Vlaanderen is het evenwicht op de mestmarkt stabieler. Sinds 2007 is de Vlaamse mestbalans – die gebaseerd is op stikstof – al een 10-tal jaar onafgebroken in evenwicht. Sinds 2006 is er een verwerkingsplicht waardoor ook de capaciteit snel sprongen maakte. De verwerkingscapaciteit is zelfs overbemeten; volgens de enquête van het Vlaams Coördinatiecentrum Mestverwerking (VCM) is er een direct oproepbare overcapaciteit van 23 procent op de Vlaamse verwerkingscapaciteit. Doordat in Vlaanderen al sinds 10 jaar een verplichting op mestverwerking zit, zijn de afvoerprijzen per m³ mest 5 tot 6 euro lager in vergelijking met Nederland.
Voor het volledige artikel klik Melkveehouders richten zich op mestverwerking
Bron: Rob van Ginneken – vakblad Melkveebedrijf België editie juli & aug 2017