Het Vlaams Coördinatiecentrum voor Mestverwerking (VCM vzw) heeft een visienota opgesteld voor het realiseren van een transitie in de mestverwerking naar een circulaire economie. Dat vergt zowel van de sector als van de overheid grote inspanningen.
Zowel op Europees als regionaal beleidsniveau staat de evolutie naar een circulaire economie hoog op de agenda. Deze evolutie heeft ook betrekking op de mestverwerkingssector, waarbij nutriëntenrecuperatie en de productie van andere nuttige producten uit dierlijke mest, steeds belangrijker worden.
Blijkt dat de beschikbare technieken, de huidige wetgeving en markt, de rendabiliteit van de technieken en de bijhorende maatschappelijke draagkracht onvoldoende op elkaar zijn afgestemd. Deze visienota tracht dan ook antwoorden te geven op de vraag hoe de ideale transitie naar een circulaire economie kan gebeuren en hoe het de duurzaamheid van de mestverwerkingssector kan verhogen.
In de transitie naar een circulaire economie, d.m.v. nutriënten- en grondstofrecuperatie wordt gezocht naar mogelijkheden om:
- mestverwerkingsproducten in te zetten als alternatief voor kunstmest;
- de import van eindige bronnen van nutriënten zoals fosfaatrots te verminderen;
- uit mest grondstoffen (eiwitten, vezels,…) te produceren;
- de organische koolstof in de mest op de eigen Vlaamse landbouwbodem te valoriseren.
“Deze transitie kan ofwel door bestaande technieken aan te passen of alternatieve technieken te ontwikkelen. Hierbij is het belangrijk om op basis van LCA-analyses (analyses van de levenscyclus. n.v.d.r.) de milieu- en systeemimpact van de huidige en nieuwe technieken te onderzoeken en te vergelijken”, verklaarde Dirk Denorme (VLM Mestbank), huidig VCM-voorzitter.
Verder is een langetermijnvisie van het beleid, die rechtszekerheid biedt voor de huidige en toekomstige mestverwerkers, cruciaal om deze transitie te ondersteunen. “Het is noodzakelijk dat het beleid innovatie stimuleert door experimenteerruimte te voorzien, waarin bijvoorbeeld bepaalde mestverwerkingsproducten als alternatief voor kunstmest kunnen worden toegepast”, aldus nog het VCM-persbericht.
“De huidige status van deze producten, zijnde dierlijke mest, is namelijk een belangrijke blokkade voor de circulaire economie (cf. de huidige bepalingen in de Nitraatrichtlijn)”, maakte Thomas Vannecke (VCM) duidelijk. “Eventueel kunnen subsidies bijdragen om de overstap naar nieuwe technieken te vereenvoudigen, maar er is bovenal nood aan de aanmoediging van het oordeelkundige gebruik en de export van de hoogwaardige eindproducten, onder andere via administratieve vereenvoudiging.”
De visienota formuleert diverse aanbevelingen maar ook mogelijke knelpunten. Voor de volledige nota klik deze link: Transitie in de mestverwerking
Bron: VCM – 6 juli 2017